ganzen vooral G-rauwe en eenden: Smient, Wilöfe Eend en be hoorlijk wat Pijlstaarten. Maar als je daar bent moet je vooral de tijd nemen om eens op je gemak te gaan zitten of staan en eens goed over het schor te kijken. Eerst dan ga je werkelijk wat te zien krijgen. Zo zaten er tussen de Kolganzen in de Selenapolder drie Brandganzen. Bij nadere beschouwing bleken er maar liefst twee Bruine kiekendieven boven het schor te vliegen; in februari kort na een flinke koude-periode toch iets heel bijzonders. Maar dat was slechts het begin van wat een ongekende middag zou worden.. Onder deze omstandigheden en op deze plek is het namelijk belangrijk om alle paaltjes e.d. eens goed te bestuderen. Vooral roofvogels maken graag gebruik van zo'n uitkijk post. Dus toen er een bepaa.ld paaltje wat lang leek hebben we er beiden de telescoop eens goed opgezet. En ja hoor: een volwassen Slechtvalk. Prachtig te zien met zijn leigrijze rug en zijn overduidelijke donkere kap en baardstrepenHij/Zij zat zich te poetsen en we hadden de gelegenheid om een stuk dichterbij te gaan en de valk nog beter te bekijken. Na een minuut of twaalf rustig gezeten te hebben vloog de valk weg richting Doel en we konden het onmiskenbare vliegbeeld nog eens goed bekijken: puntige vleugels, relatief zware romp, korte staa.rt en de kap en baardstreep in de vlucht meestal goed te zien. Erf er zou nog meer komen want plotseling kwam er over de dijk van de Selenapolder een grote "bonte" roodbruine roofvogel aanvliegen. Nadat hij op typische wijze met zijn gevorkte staa.rt in de lucht draaide was het duidelijk: Rode wouw. Hij verjaagde een Buizerd die bij een prooi zat waarbij goed te zien was dat de Rode wouw een stuk groter is ;adat de Rode wouw uit het zicht was verdwenen eens even goed de dijkvoet bekeken waar op het aangespoelde/aange waaide materiaal behoorlijk wat Holeduiven zaten. Dat zou ook weieens de aanwezigheid van de Slechtvalk kun nen verklaren die namelijk graag duiven bejaagd. 'aast de duiven zat er een groep van zo'n dertig Praters. Een vogel die je regelmatig langs de Schelde kunt vinden in de winter. Maar opgelet, mijn kollega "vogelaar" had alweer een "verdachte" Buizerd in beeld. Hij probeerde mij duidelijk te maken waar de "Buizerd" te vinden was en ik ging met mijn telescoop het schor af en kreeg op een moment een grote bruine roofvogel in beeld waarvan me al gauw duidelijk was dat deze wel heel "verdacht" tos. Mijn kollega had namelijk een andere vogel 135

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 25