Jaren ben ik het met de tekst eens geweest en heb ik het ook zo gevoeld, maar er is iets, dat me steeds vaker tegen de borst stuit: mijn Zeeuwse landschap. Laat ik proberen niet te nostalgisch te zijn, maar ik mis de hoge dijken met hun hoge bomen, ik mis de polderwegen met hun schaduw en ik mis de oude stulpjes met hun knokige stammen. Overal wordt gerooid, de populieren zijn kaprijp dus weg ermee, liefst allemaal tegelijk en wat blijft er over: wat zaagsel en een kaal landschap. Jazeker plant men weieens een boom terug, want officieel moet er binnen twee jaar voor elk gekapt exemplaar een nieuwe komen, maar ik merk er zo weinig van. De dijk blijft kaal, er komen geen vervangers op die plaats. Liever zet men dan zo'n paar honderd bomen mooi in het gelid op êên vierkante km. Makkelijker voor het onderhoud, draagt men aan. Daar kan ik inkomen, maar zou het niet veel mooier en beter zijn om dijken terug te beplanten waar de gerooide bomen hebben gestaan? Door dezecspreiding lijkt me trouwens het bomen- bestand minder gevoelig. Wanneer er een ziekte heerst, is het"bos in gelid" binnen de kortst mogelijke tijd om zeep. Ik zou eigenlijk in het algemeen een pleidooi willen hou den voor een groener Zeeuws landschap en voor groenere Zeeuws-Vlaamse woonkernen; luchtvervuiling is er genoeg in onze streek en vooral in de Kanaalzone. We hebben gebrek aan een groene buffer! Laten we kijken of we meer bomen, en het liefst niet alle maal snelgroeiende populieren, kunnen herbergen op plaat sen die verloren lijken te zijn, in de berm langs de wegen op de kronkelende dijken en op minder geschikte stukken landbouwgrond. Wat zou er trouwens tegen zijn wat land bouwgrond om te zetten in een groene zoom. We hebben toch zo vele overschotten, alles moet gesubsidieerd en waar we echt gebrek aan hebben, aan luchtfiltersaan zuurstof, daar wordt m.i. te weinig aandacht aan besteed. Niet alleen Zeeuws-Vlaanderenmaar in het algemeen heel Europa zou meer bossen mogen hebben, ben ik van mening. Misschien bereiken we dan wel de volgende drie dingen: Ten eerste zouden we een goede groene buffer krijgen, die voor onze frisse lucht zorgt ten tweede raken we dan misschien onze onnodige overschotten, onze bergen kwijt en ten derde, mits met beleid, zouden we een hogere hout- produktie kunnen bewerkstelligen. Misschien krijgen we dan weer meer houten spullen i.p.v. plastic. Wel zou ik willen voorstellen om niet alle bomen die even hard groe ien naast elkaar te zetten of gelijktijdig te planten, wan want dan is het over dertig jaar weer kaal op die plaats. We zouden misschien ook de begroeiing kunnen mengen. Samen met de faktor tijd zouden we, denk ik, een mooier 132

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 22