Zoogdieren werden gedetermineerd aan de hand van schedelresten vogels voor zover mogelijk aan de hand van schedelresten te- samen met veerresten en poten: vaak kon niet meer dan een in- dikatie worden verkregen. Procentuele verdeling van prooidieren met daarna het wer kelijke aantal: Woelmuizen 50. 8$ 30x Strandlopers spec 6 8$ 4x Aardmuis 16. 9$ 1 Ox Zaadeters(gorsvink mus10 2$ 6x Veldmuis 30. 5$ 1 8x Spreeuw 1 7$ 1 x Rosse woelmuis 3. 4$ 2x Merel 3. 4$ 2x Ware muizen 10. 2$ 6x Piepers spec 8. 5$ 5x Bosmuis 1 7$ 1 x Waterral 1 7$ 1 x Dwergmuis 8. 5$ 5x Kwikstaart spec 3. 4$ 2x Leeuwerik spec. 1 7$ 1 x Waterhoen 1 7$ 1 x Zoogdieren 61 0$ 36x Vogels 39. 0$ ka c\l Totaalaantal prooidieren: 59x Index aantal prooien per braakbal1.8 (valt binnen het wintergemiddelde van 1.7 - 2.3 in Cramp Simmons, 1985). Uit bovenstaande gegevens blijkt duidelijk dat het menu van de producenten van deze braakballen voor een belangrijk deel bestond uit vogels. Dit wijkt niet af van de resultaten van braakballen afkomstig van het Paulinaschor (winter 1984/85) en de Braakman (periode 1974/76). Daar was met name het aan tal vogels dat in de mid-winter werd geslagen opvallend hoog: respectievelijk 46.9en 33.1$ (Marteijn Vonck, 1985). Opvallend was het totaal ontbreken van spitsmuizen in' de braakballen. Blijkbaar wordt weinig in spitsmuisbiotopen ge jaagd of er bestaat een zekere afkeer van. Bij onderzoek el ders is het aandeel spitmuizen steeds miniem (Cramp Simmons, 1 985; G-lutz von Blotzheim Bauer, 1980; Marteijn Vonck, '85) Evenals bij de andere drie hier regelmatig voorkomende uile soorten en de Torenvalk bestaat het stapelvoedsel uit woel- muizen; voornamelijk Veldmuis en als goede tweede Aardmuis In drie braakballen werden resten van kevers gevonden. Uit de voedselkeus van betrokken predatoren kan worden afge leid dat het jachtgebied zich uitstrekt over het schor, de nabijgelegen Scheldedijken en aangrenzende polders. Soorten als Rosse woelmuis, Merel, Bosmuis wijzen erop dat boerenerven en verspreid staande bosjes niet worden overge slagen. Dwergmuis is een echte akker- cq rietsoort. Ook de slikken worden afgestruind getuige een respectabel aantal strandloperrestenwaarschijnlijk afkomstig van Bonte strandloper de meest talrijke soort in najaar en winter. Dat ook grotere soorten niet worden ontzien bewijzen Waterral en Waterhoen. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 19