DE KERKUIL IN O.Z. VLAANDEREN DOOR A. VONCK
ontluistering is kompleet.
We kunnen ons gepast afvragen of het dat allemaal wel waard
was
VERANTWOORDING:
Historische gegevens zijn ontleend aan: Brand, K.J.J.,1981
Over het ontstaan van de fortificaties in oost Zeeuws-Vlaan-
deren en aangrenzend gebied. Zeeuws Tijdschrift 31 10 - 29
en: Mohr, A.H., 1983. Vestingbouwkundige termen. Uitg.
Stichting Menno van Coehoorn, 's Gravenhage
Figuur 1 is een kopie naar een foto van een kaart uit de
Atlas van Staatsvlaanderenverkregen via de heer P.Gilhuys
te Axel, gemeentearchivarus van Hulst.
M.A.Buise, Julianalaan 114561 JA Hulst.
Door mijn interesse in roofvogels en door het pluizen vam
braakballen ben ik in aanraking gekomen met een interessante
geheimzinnige vogel, de KERKUIL.
Toen ik hoorde dat B.Grootjans en G.Sponselee elk jaar (vanaf
1971een jaarverslag samenstelden en dit na 12 jaarl wilden
overdragen was ik meteen bereid dit op mij te nemen.
Langs deze weg wil ik Bouke en George dan ook bedanken voor
hun goede verslaggeving van de laatste jaren.
Zoals gezegd heb ik vanaf 1983 de taak om het wel en wee van
de kerkuil in Oost-Zeeuws Vlaanderen (ü.Zvl)bij te houden.
Ik vond dat ik moest beginnen met een overzicht van het voor
komen van de kerkuil van 1965 tot 1983- Een overzicht van be
kende gegevens samengebundeld in één artikeltje.
De gegevens zijn overgenomen uit 1t artikel "DE KERKUIL in
Oost- Zeeuws Vlaanderen" door L.Persijn (aug.'77) en uiter
aard uit de jaarverslagen van B.Grootjans en G.Sponselee.
Al deze samengebundelde gegevens zijn uitgezet in een grafiek.
Deze grafiek bestaat uit twee gedeelten:
Ten eerste bevat het de informatie betreffende het aantal
broedgevallen over de periode 1965-1983*
Ten tweede geeft het een overzicht van het aantal succesvolle
broedgevallen over de periode 1972-1983.
Onder het aantal broedgevallen wordt verstaan het aantal broe
dende (paren) kerkuilen ongeacht of uit deze broedsels jongen
voortkomen. Het aantal succesvolle broedgevallen geeft dan
vanzelfsprekendaan het aantal broedende (paren) kerkuilen
dat jongen heeft grootgebracht.
13