DE STEENUIL IN 1983 DOORM. BUISE Evenals voorgaande jaren eerst een tabel waarin de belang rijkste gegevens zijn samengevat. Hij wijkt enigszins af van voorgaande jaren omdat de belangrijke aanvullingen werden ver kregen uit het archief van GMPSponselee 1 976 1 977 1 978 1 979 1 980 1 981 1 982 1 983 wildnesten 1 3 9 5 1 5 5 9 1 2 1 1 bew.kasten Steenuil 2 4 6 5 7 7 5 5 bew.kasten anders 2 5 3 2 1 3 3 7 kasten onbew./onbek 2 6 6 8 1 0 7 9 5 totaal kasten 6 1 5 1 5 1 5 1 8 17 1 7 1 6 j ongen geringd - 6 1 2 1 2 1 8+1 1 7 13 1 2 ontvangen ringen - 1 - - 3 - 1 4 Evenals vorig jaar werden in slechts vier kasten j ongen gro' gebracht. Het vijfde broedgeval, in kast 10 mislukte wederom. Ditmaal werden er 4 eieren gelegd maar tijdens de controle op 1 9/7 om de jongen te ringen bleek de Steenuil er door een koppel Holenduif te zijn uitgezet. Kast 8 moest in het voorj jaar verhangen worden daar de bomen op de dijk werden gerooid. De uilen bleven echter trouw aan hun oude territorium en be trokken een konijnepijp tussen boomwortels van een stobbe plm10 meter van de voormalige nestboom vandaan. Ook kast 44 moest verhangen worden, en wel op aandringen van de schuur- eigenaar. Hij kwam nu in een knotwilg plm. 250 meter verderop te hangen. De uilen verhuisden echter niet mee en gingen waarschijnlijk weer terug naar hun oude plekje tussen de dak constructie. Momenteel geniet de kast belangstelling van een ander stel uilen zodat er hoop is voor volgende jaren. Kast 35 was na 5 jaar trouwe dienst totaal op en kon de Steenuilen niet meer tot broeden verlokken. Hij voldeed ech ter nog wel aan de eisen van Ringmussen. Deze kast is in september verwijderd. De grote verrassing leverde kast 12 op: Na 7 jaar totaal te zijn genegeerd konden we op '17/6 3 jongen ringen. Kast 42 werd na het broedseizoen bevolkt door een zwerm bijen hetgeen nog een paar potjes honing opleverde. Tijdens het controleren van de kasten werd aandacht besteed aan eventueel aanwezige prooien. Er waren vrij veel vo^el- resten ditmaal, waarschijnlijk een gevolg van het bijzonder natte juniweer. In kast 18 lagen resten van een merel, dek schilden van kevers en nogal wat braakballen en ondetermi- neerbare resten. Ondanks dat de uilen er maar niet in wil len broeden wordt hij zeer intensief bezocht en gebruikt. kast jongen geringd prooien 1 2 3 mol 1 33 3 mol (1 13 2 kikker (lvogelveren 42 3 merel 1 1 8 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 32