GRAUWE GANS BROEDT IN SAEFTINGHE IN 1985 ren groot, zij het dat er enkele andere nestelplaatsen wa ren dan dit jaar. Zodra er jongen zijn zien we met name de mannen watergangen en sloten afspeuren. Vliegen de jongen eenmaal dan worden op kale plekken in de rietvelden prooien uitgelegd. Naast Meerkoeten en Konijnen vonden we er ook Muskusratten bij. Ook vonden we de gele snijtanden van deze soort in braakballen van de Bruine kiekendief. We mogen de kiekendief niet onderschatten als belager van de Muskusrat; vaak zien we kiekendieven jagen op plaatsen waar van bekend is dat er veel Muskusratten zijn. In Saeftinghe kunnen We dat zien. In dat gebied broedden in 1985 ook drie paren: twee in het schor en één in de HedwigepolderIn de hoek tussen de Gasdam en de Dam naar De Noord zitten veel Muskusratten; daar jagen de kiekendieven vaak. RBleyenbergKerkpad 15, Nieuw-Namen. Reeds eerder maakte ik melding van de waarneming van een Grauwe gans met jongen in Saeftinghe. Die waarneming had plaats vanaf de Schelde en het betrof de rand van het schor tussen Hondegat en de Noord. Aangezien het ouderdier 'n slepende vleugel had, betrof het vermoedelijk een exemplaar dat gekwetst was door aanvliegen van de hoogspanningsleidingenBij dichte mist komt dat va ker voor, want al meermalen zagen we na het optrekken van de mist, de slachtoffers in het water spartelen. Ook de waarneming van vraat aan de vegetatiemidden in de zomer, wees op de aanwezigheid van ganzen. Op 23 mei maakten ondergetekende en de heren J.Maebe en H. v.d.Vloet een wandeling vanaf het Eerste plateau in de rich ting van De Noord. Op het Tweede plateau zaten zeven Graauwe ganzen. Uit 'n klein rietveldje tussen Hondegat en De Noord vloog 'n Grauwe gans op. Op enkele meters van ons af zagen we het nest liggen: een hoog bouwsel uit riet en biezen. Vier erg grote, crèmewitte eieren lagen er in. Waarschijnlijk is dit de eerste maal dat daadwerkelijk 'n nest werd gezien. Opmerkelijk is dat de vinders van dit - eerste - nest dezelfden zijn die in 1947 het eerste Zilver meeuwnest vonden: de heren Maebe en v.d.Vloet. Ook voor hen was het de eerste keer dat ze 'n nest van de Grauwe gans zagen. Inmiddels jaren ouder geworden, blijft het hart van de eerste verkenners van de vogelwereld van Saei'tinghe trek ken naar het wijde schor. Is de Grauwe gans als welkome broedvogel te beschouwen, die de vegetatie in toom zal houden op die plekken waar schapen niet kunnen komen? Als dat zo is kunnen we de vestiging als 177

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 27