Ver van schreeuw- en stampmuziek
in die beruchte vakantiepiek
was het hier zo zalig toeven,
'k Zag tussen grote paardehoeven
een veulen in dolle pas,
omdat het zomer was.
Ik zag blanke blomkes vrijen
en de witte meien,
langs de slootkant doezelen
en de bonte vlinders soezelen,
tussen het hoge sprietengras
omdat het zomer was.
Ik zag vogels in de luchten,
op zoek naar verre vluchten,,
in 't hoge hemelblauw.
Er schreeuwt verdwaasd een pauw,
beantwoord door wat kraaigekras,
omdat het zomer was.
Ik hoorde ook de vaarskes loeien
Ik zag ze eten, spelend stoeien.
En hier de gele dotterbloemen,
waar de bijtjes rondom zoemen,
geurig dromen in die plas
omdat het zomer was.
en ik zag in mijn gedachten,
dat iedereen weer lachte
in die vrije, stille natuur.
En op den lange duur
zag ik al ras
dat 't al G-ods goedheid was.
A.Helmich, Hulst.
1 6 0