Ver van schreeuw- en stampmuziek in die beruchte vakantiepiek was het hier zo zalig toeven, 'k Zag tussen grote paardehoeven een veulen in dolle pas, omdat het zomer was. Ik zag blanke blomkes vrijen en de witte meien, langs de slootkant doezelen en de bonte vlinders soezelen, tussen het hoge sprietengras omdat het zomer was. Ik zag vogels in de luchten, op zoek naar verre vluchten,, in 't hoge hemelblauw. Er schreeuwt verdwaasd een pauw, beantwoord door wat kraaigekras, omdat het zomer was. Ik hoorde ook de vaarskes loeien Ik zag ze eten, spelend stoeien. En hier de gele dotterbloemen, waar de bijtjes rondom zoemen, geurig dromen in die plas omdat het zomer was. en ik zag in mijn gedachten, dat iedereen weer lachte in die vrije, stille natuur. En op den lange duur zag ik al ras dat 't al G-ods goedheid was. A.Helmich, Hulst. 1 6 0

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 34