lijk dat er in het landschap zeer veel werk ligt, toch slaagt "de overheid" er niet in om op dit gebied betaalde banen te kreëren. En dat is natuurlijk jammer, zeker als je denkt aan de werkloosheid tegenwoordig. Het landschaps onderhoud is dus vooralsnog voor een belangrijk deel een taak voor vrijwilligers, en dat is nu wat ik noem: naar een positieve aanpak van natuurbescherming. We moeten gewoon zelf de boer opgaan en op deze manier zelf zorgen voor een aantrekkelijk landschap en zodoende ook zor gen voor de huisvesting voor tal van natuurwaarden. Die vrijwilligers kunnen we op verschillende plaatsen zoeken: baanlozenprojektenscouting-groepen, IVN- en ANWB-kampen en vooral onder de leden van natuurbeschermingsverenigingen.1 Financiën Deen geld dus voor betaalde banen, maar toch wordt geprobeerd om via financiële bijdragen het landschapsonderhoud te sti muleren. Met name de Stichting Landschapsverzorging Zeeland zorgt daarvoor (alsmede de zorg voor een goede verzekering en goed materiaal). Met ingang van 1985 is er een nieuwe regeling van krachtOnderhoud aan bovengenoemde elementen levert nu wat geld op. De Stichting heeft daartoe een extra subsidie van de provincie gehad ten bedrage van ƒ40.000,-. Dit geld moet zo efficiënt mogelijk worden gebruikt, van daar dat de volgende uitgangspunten opgesteld zijn. Het gaat met name om die elementen waarvan duidelijk is: - welk onderhoud er precies moet gebeuren; - dat periodiek onderhoud noodzakelijk is voor de in standhouding van het element - dat het nu uitvoeren van een eenmalige onderhoudsbeurt een positief effekt heeft op het voortbestaan van het element gedurende een behoorlijk aantal jaren.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 12