HoogstamfruitbomenAls je er op let kom je ze nogal eens tegen, vooral op boerenerven. Met name in de bloeitijd na tuurlijk waard om naar te gaan kijken. Voor fruitopbrenst zijn ze niet echt rendabel meer en onderhoud blijft dah ook achterwege. Dat manifesteert zich in dode takken e.d. en de algehele toestand van de boom gaat achteruit. Een snoeibeurt doet de boom weer heel wat opknappen. HeggenEen zeldzaam geworden element. De heggen die er nog zijn zijn vaak doorgeschoten, hol of met gaten. In zo'n geval kun je snoeien en de open gaten opvullen met jonge planten. Soms een afrastering verplaatsen zodat het vee de heg niet meer kan kapotvreten. De rol van de boer. Al deze elementen vinden we natuurlijk op het boerenland. We moeten de boer dan ook niet zo maar vergeten of zelfs buiten spel zetten. De rol van de boer is vroeger zeer be langrijk geweest. Het was de boer die de knotbomen, heg gen èn hoogstamfruitbomen aanplantte en de veedrinkputten heeft gegraven. Het was ook de boer die dat allemaal re gelmatig heeft onderhouden. Niet omdat die dat nou zo mooi vond maar puur omdat hij er voordeel (economisch) van had. Tegenwoordig ligt dat anders. Het economisch voordeel van de elementen is verloren gegaan en soms zelfs negatief ge worden. Vandaar dat er nogal wat is verdwenen, wat vanuit het standpunt van de boer gezien heel begrijpelijk is. Maar toch moeten we de boer nu niet vergeten. De elementen staan op zijn grond en zijn vaak zijn eigendom. Als we het over onderhoud hebben dan zal hij dat ook moeten zien zit ten, dan zal hij daar toestemming voor moeten geven. Goed kontakt met de boeren is dan ook een eerste vereiste. Derol van vrijwilligers. Al dat onderhoud, wie moet dat gaan opknappen? Het antwoord is kort maar krachtig: vrijwilligers. Ook al is het duide- Ook vrijwillig natuuf- en landschapsbeheer 137

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 11