Ik kan me voorstellen dat u van mij toch. wat meer vuurwerk
verwacht en dat ik wat konkreter zaken noem. Welnu, dat zal
ik proberen.
De Steltkluut is nu bijna 30 jaar oud. In al die tijd is er
veel gebeurd en zijn er vele aktiviteiten geweest. De Stelt
kluut is allang geen vogelwacht meer in de enge zin van het
woord, maar is uitgegroeid tot een vereniging die ê-lle as
pecten rondom de natuurbescherming aanpakt. Er zijn een
aantal niet onbelangrijke winstpunten geweest. Ik wil nu
niet in detail ingaan op wat we allemaal wel en wat we al
lemaal niet bereikt hebben, maar 'n paar punten wil ik toch
even noemen.
Meer dan tien jaar geleden, 15 jaar bijna, toen ik voor het
eerst in aanraking kwam met de Steltkluut, was men druk in
de weer met het snoeien van knotwilgen. Nu, anno 1985» kun
nen we deze aktiviteiten praktisch stopzetten, omdat het
werk door anderen is overgenomen. De toekomst van de knot
wilg lijkt nu verzekerd, hoewel waakzaamheid zeker vereist
blijft. Dat hede ten dage nog redelijk veel knotwilgen in
onze streek het landschap verrijken, is dus voor een belang
rijk deel te danken aan aktiviteiten van de Steltkluut.
Ook op andere terreinen hebben we winst geboekt. Daarbij
denk ik b.v. aan de aanleg van de weg Driewegen-Terhole, die
vele jaren als een soort zwaard van Damocles boven onze
streek hing. Aanleg van deze weg zou betekenen dat het land
schap in ernstige mate zou worden aangetast en dat diverse
natuurgebieden zouden moeten verdwijnen.
De Steltkluut heeft daar dan ook van het begin af aan tegen
geprotesteerd. Jarenlange procedures hebben uiteindelijk
geleid tot een afwijzing door de Kroon, waardoor deze weg
vooralsnog niet zal worden aangelegd.
Tenslotte in dit rijtje wil ik noemen de aanleg van het
BaalhoekkanaalDit plan zakt steeds verder weg in de stof
fige Belgische bureauladen, maar belangrijker is dat de
provincie Zeeland het hele idee uit het streekplan heeft
geschrapt
Maar al deze positieve zaken betekenen nog niet dat we nu
maar op onze lauweren moeten gaan rusten. Integendeel.
Bescherming van natuur en landschap vraagt wellicht meer
dan ooit onze aandacht. Dit klinkt als een cliché, maar
het is daarom nog niet minder waar. De resultaten, welke
de vogelwerkgroep boven water heeft getoverd, m.b.t. de
weidevogels spreken boekdelen. Ik wil niet vooruitlopen op
het rapport, wat op 2 maart a.s. zal worden gepresenteerd,
maar wel wil ik alvast noemen dat praktisch èille soorten
weidevogels de laatste tien jaar ongelooflijk hard in aan
tal zijn achteruitgegaan.
69