De rust in het gebied, de oppervlakte bos en voldoende
voedsel zijn hier ongetwijfeld belangrijke redenen voor.
Opvallend is het verschil in zowel totaal aantal waarnemin
gen als het minimum aantal vogels per soort voor november
vergeleken met februari en maart
De aantallen Buizerden blijven redelijk constant terwijl
kennelijk de Sperwer, het Smelleken en de Torenvalk in no
vember nog doortrekken of nog aa.nwezig zijn en later zullen
verdwijnen. Mare Buise beschrijft in zijn rapport "Het Groot
Eiland-centraal" een zelfde tendens voor het voorkomen van
Buizerd en Smelleken namelijk vrijwel gelijke aantallen in
december, februari en maart voor de Buizerd- en voor Smelle
ken vrijwel uitsluitend voorkomen in de periode september
tot december. Voor het opvallend aantal Sperwers en Toren
valken in november is hier helaas geen bevesting te vinden.
Het relatief hoge aantal Torenvalken in november zou kunnen
duiden op (door)trek. Volgens Cramp (1treedt er wel
Torenvalktrek op in Nederland maar eerder, namelijk in sep-
tember-oktober
Het aantal Buizerden in het gebied van het "Groot Eiland" is
voor Zeeuws-Vlaanderen hoog en wordt waarschijnlijk alleen
overtroffen door de aantallen in de polders rond "Saeftinghe"
wat uiteraard weer een groter gebied isDe overeenkomsten
tussen beide gebieden zijn: groepjes hoog opgaande bomen als
roestplaats en uitkijk en natuurlijke "rust"In mindere mate
zijn deze voorwaarden ook voorhanden in de "Braakman" waar
dan ook regelmatig Buizerden worden waargenomen in de winter.
Samenvatting
De toegepaste methode is niet voor alle soorten succesvol
geweest in het vaststellen van de vliegbewegingen per vogel,
ook de aantallen zijn niet altijd exact vast te stellen.
In deze gevallen wordt een minimum aantal gegeven.
Uit de gegevens blijkt duidelijk dat het "Groot Eiland"
's winters belangrijk is voor de roofvogels. Vooral voor
de Buizerd is het gebied vanaf november tot en met maart
van belang. Soorten als Sperwer, Smelleken en Torenvalk
waren tijdens onze telling talrijker in november-dan in
februari of maart.
Aan dit onderzoek werkten mee: Mare Buise, Henk Castelijns
Guus EartsJoep v.d.Kammen, Marion Kindt, Peter Maas,
Mark Ploegaert, Jaap Poortvliet, Pranklin Tombeur,
Wim Wisse en ondergetekende
André Bourgonje.
(lCramp, S en Simmons, K.E.L. 1980The Birds of the
Western PalearcticVol.11
107