VOGELS VLAKBIJ: HET ROODBORSTJE DOOR B. GROOTJANS "Half tot zwaarbewolkt met hier en daar regen -of hagelbui en en plaatselijk nachtvorst" zegt de juffrouw van de weers verwachting. Dat neemt niet weg, dat we toch de goede kant op gaan. Het voorjaar toont zich weer in zijn volle pracht. Op mooie dagen stuiven de hazelaartjes en de katjes van de elzen dat het een lieve lust is De wilgenbloempjes worden al volop bezocht door verschil lende soorten voorjaarsbijtjes. Toch denk ik bij ial dat moois in de lente nog even terug aan de koude januarimaand Wat viel er in die barre winterkou toch ook veel te genie ten voor een vogelaar. Mijn plekje had ik al gauw gevonden. Dat was een wak onder de brug van de Braakmankreek. Grote zaagbekken, brilduiker, nonnetje en dodaars waren daar te zien, met af en toe een blauwe reiger en soms wel 20 aalscholvers Maar wat ik het meest mis van de wintermaanden is toch wel het roodborstje, dat dagelijks in mijn tuin vertoefde. Al een jaar of tien is hij daar ineens weer op een dag in oktober. Meestal net nadat de tuin een beetje goed gelegd is om de winter in te gaan, hoor je plotsklaps tswie- tswie achter je. Met de bezem nog in de hand word je door twee ronde kraaloogjes pienter aangekeken. "Zo kleine vriend uit Scandinavië, ben je daar weer" zeg ik dan zachtjes voor mezelf en loop vlug de keuken in om bij moeder de vrouw te informeren of er nog havermout is. Havermout ja, daar zijn ze verzot op. Nou niet dat het direct nodig is, want als ik even later naar buiten kijk, zit het roodborstje precies op de stukjes grond die zo juist bewerkt zijn, driftig te pikken naar allerlei klein gedierte en zo te zien met succes! Maar om hem morgen en overmorgen en alle volgende winterdagen even in de tuin

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 27