Zoals welhaast iedere konstruktieve onderneming bij naar
start moet ondervinden, vormen de vereiste fondsen het
hoofdprobleem.
In verband met haar betoelaging en tewerkstelling zal de
Stichting VL.I.N. zich principieel wenden tot de overheid.
Door tewerksteling van akademische werklozen, door de
instelling van één of meerdere B.T.K.-projekten of in het
kader van het Derde Arbeidscircuit, kan de Vlaamse over
heid krachtens de regionalisering op substantiële wijze
bijdragen tot het welslagen van datgene, wat door een
andere overheid tien jaar lang verwaarloosd werd.
Ondertussen zal de Stichting een beroep doen, om haar
initiële werkingskosten te financieren, op het bedrijfsleven
en het mecenaat, echter ook op de leden van de georga
niseerde verenigingen voor natuurbehoud en milieube
scherming, en vooral op de tienduizenden milieubewuste
burgers die zich nog niet georganiseerd hebben maar die
Vlaanderen desondanks rijk is.
Tot slot nog een snelle berekening.
Voor vijf medewerkers (een minimum vooreen operationele
ploeg) kan binnen het B. T.K.-reglement een jaar verlenging
gevraagd worden, op voorwaarde dat de v.z.w. dan zelf 25
van de loonkosten draagt. Dit komt neer op iets minder dan
1 miljoen B.F.en het betekent dat wij 1000 mensen moeten
vinden die elk 1000 frank willen geven. Dat zijn er dus 200 in
elk van de vijf Vlaamse provincies, en wij maken ons sterk
dat die ook werkelijk te vinden zijn. Natuurlijk zijn er dan ook
nog de natuur- en milieubewuste Nederlanders, die over 11
provincies verspreid wonen! Straks is het precies 400 jaar
geleden dat Antwerpen viel en de scheiding tussen Noord
en Zuid zo'n blijvend karakter kreeg. Wij durven hopen dat
bij deze gelegenheid velen aan Marnix van St-Aidegonde's
woorden zullen denken, die trouwens te Amsterdam in de
Brakke Grond gebeiteld staan; 'Hoe zou ik mijn broeders in
't Zuiden ooit vergeten, daar wij zijn in enen tronk geplant'...
De Stichting VL.I.N. rekent erop dat die noorderlingen hun
gedachten ook in daden zullen omzetten.
De initiatiefnemers:
de professoren H. Gysels, P. Jacobs en F, Snacken
(R.U.Gent), R. Paepe (V.U.Brussel) en W. Verheye
(U.l.Antwerpen); de wetenschappelijke medewerkers G,
Allaert, R.J.V. Nys, R. Roels (R.U.Gent) en R. Van
Bocxstaele (Zoo Antwerpen); de onderwijskrachten F.
Branders (Hasselt), G. Sponselee (Hulst), J. Verloove en H.
Vermersch (Gent); apotheker J.F. Leemans(Moerbeke)en
dokter F. Puijlaert (Sas van Gent).