ons onbekend. Resultaten: 1979 poging mislukt; 1980-1981 resp. 5, 4 en 3 jongen en. in 1983 een mislukt broedgeval Ook 1 983 mag voor de torenvalk in ons gewest een succesvol jaar heten. Ongeveer de helft van het kastenbestand werd door de torenvalk gebruikt. Tel hierbij een vijftiental ze kere en minsten 7 mogelijke en waarschijnlijke wildnesten (kop Ossenisse 2x Sas van Gent, Sluiskil, Hulst, Graauw en Philippinedan komen we op een totaal van tegen de 75 broed- gevallen. Het was ook een goed jaar wat betreft het aantal jongen dat werd grootgebracht: 4.1 voor de nestkasten en 4.2 voor de wildnesten. Er zijn zodoende naar schatting 300 jongen uitgevlogen. Vergeleken met voorgaande jaren lijkt het erop dat de stand zich enigszins stabiliseert. Twee kerkuilnestkasten. werden door torenvalk bewoond: nrs 1 (DO en 136. 21 nestkasten werden dcor andere vogelsoorten, als broedgele- genheid benut: Holenduif128, 6, 64 (na wilde eend), 126, 109, 104, 140, 138, 1 29, 94, 92, 134, 41 1 01 71 (na torenvalk). Houtduif: 109 (na Holenduif). Kauw17 Ransuil: 51, 8, 89, 112, 42. Steenuil: 90 (eigenlijk een kerkuilkast Wilde eend:64. Evenals andere jaren, valt weer het grote aandeel Holenduif op. Deze soort heeft zich de laatste tien jaar sterk uitgebreid in onze contreien. Rond 1970 schatten we de populatie nog tus sen de tien en vijfentwintig paar (Sponselee Buise1975), momenteel beloopt het naar aller was.rschijnlijkbeid een paar honderd paar. Voer de eerste maal werd een kast (aan een kreek in een boom op ca, 6 meter hoogte) door wilde eend benut. De jongen zijn heelhuids uit de kast gekomen waarna hij onmiddellijk door holenduif werd bezet. Het broeden van de wilde eend in een torenvalknestkast is geen unicum. Ook in Noord-Holland is dit vastgesteld (Versluijs Verhoeven, 1978). In het begin van het broedseizoen zag het ernaar uit dat er wel licht meer dan één nestkast in de omgering van Koewacht/Over- slag door kauwtjes zou worden bewoond. Kast 54 en 62 stonden in april duidelijk in de belangstelling van zowel kauw als to renvalk. Opvallend was dat de torenvalken de kauwtjes die op de kast zaten kennelijk niet konden verjagen. Niet onmogelijk zijn de kauwtjes door jagers gelikwideer-d zodat de kasten la ter door torenvalk zijn bezet (l.Persijn). In 35 kasten werden geen bewoners aangetroffen: 69, 2, 3, 102 38, 60, 1, 52, 98, 107, 53, 27, 125, 131, 78, 44, 105, 65, 130, 20, 21, 91, 141, 115, 79, 67, 43, 56, 83, 66, 46, 87, 86, 35, 120. 169

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 27