totaal. Ook het torenvalkje was present, vier mooie kluchten
patrijzen en in de Kleine Putting de onvermijdelijke goudple
vieren. Naar gelang de zon verder zakte nam de activiteit van
de ganzen toe en kwam de slaaptrek op gang. Ook kleine groep
jes zilvermeeuwen vlogen over op weg naar hun slaapplaatsen
langs de WesterscheldeTegen half vijf waren we bij het be
ginpunt terug en ging ieder zijns weegs.
Doolhof en Wieg: Ransuil 4, Matkop 1Goudhaantje 6-tal,
Vink 7-8, Sijs 3, Sperwer 1Merel 3, Roodborst 1Pimpel
mees 1
Grote vogel: Meerkoet 360, Kievit 30, Koperwiek 5«
Grote Putting: Kolgans 2000, Waterhoen 5, Kievit 106, Pijl
staart 1Zilvermeeuw 3+6+5+3Watersnip 1Veldleeuwerik
25-tal, Koperwiek 6-tal, Witgatje 2, Wilde eend 20-tal, Toren
valk 1Fazant 3, Blauwe reiger 1Patrijs 8+13+5+10, Zwarte
kraai 2haas 2
Kleine Putting: Goudplevier 50-60, Kievit 40, Kramsvogel 20,
Ekster 1 Pimpelmees 1 Waterhoen 1 Wulp 6Fazant 2
KerkstraatZwarte kraai 2Waterhoen 1Witte kwikstaart 1
MABuise
WMZ CLINGE - 5 februari 1984.
Begenadigd - zo mag je dat wel noemen begin februari - door
bijna lente-achtig weer, trokken 17 deelnemers onder leiding
van terrein beheerder GBlauwendraat om half tien het gebied
in. De Groene specht liet zijn kli-kli-kli-kli-roep over de
bossen schallen en de Grote lijster zong. Evenwel op de wei
landen rond de bossen nog erg veel Kramsvogels en een enkele
Koperwiek. Niet alleen vogels kregen de aandacht: bomen en
struiken werden aandachtig bekeken en vergeleken. De kenmer
ken van de diverse soorten, de leeftijd, het beheer en derge
lijke. Niet alleen het beheer van de boom als soort werd be
sproken, ook het beheer van het gebied, de diverse beheers
maatregelen, het voor en tegen ervan. Het bezoek aan de nest
boom van de Buizerdaldaar gebroed in 1983vermoedelijk voor
het eerst in 0ZVlaanderen sinds mensenheugeniswas voor me
nige deelnemer als een tocht naar een heiligdom. We zagen de
katjes van Els en Wilg; we zagen het enige Zwarte bosmieren
nest, veel konijnen, het praathuis, een pomphuis en duizend
dingen meer.
Eén van de deelnemers, de heer Bertram, die jarenlang in de
bossen gewerkt heeft wist ons te vertellen dat we in het
Lamgat liepen en op weg waren naar de Goede Geesteen plaats
waar destijds suikerbieten op de trein geladen werden. Een
stevige kleilaag tussen al het zand is het restant ervan.
De Populieren doen het daarop uitstekend evenals de Wespenor
chis die er in de zomer met honderden staat.
141