Blauwe reiger). Opmerkelijk kleurpatroon in vooraanzicht: Zwart - wit - zwart - wit-zwart - wit - zwart (fig.8). Diverse doch niet alle Ruigpootbuizerds hebben witachtige vlekken op de slagpen bases (fig.5 en 6). Verder valt op te merken dat er vogels zijn met een slecht ontwikkeld buikschild, een in de lengte gescheiden schild en met een tweetal kortere dwarsbandjes boven de brede eindband van de staart. Behalve genoemde kenmerken ver tonen ze nog heel wat meer interessante kenmerken als ty pische wouwenkoprobuustheid, los in de veren zitten, be vederd loopbeen, houding in zit o.d. Herroelen(1982gaat ook nog in op het onderscheid tussen de geslachten maar het zou te ver gaan ook hier nog op in te gaan. Voor geinteresseerden die nog meer willen weten over de herkenning van onze roofvogels kunnen we het boek van Porter, Willis, Christensen Nielsen (1974) ten zeerste aanbevelen Een conclusie die we uit voorgaande kunnen trekken is dat men uitermate voorzichtig dient te zijn met het determineren van roofvogels. Het is zeker niet iets dat men zo even uit de losse hand kan doen. Tot besluit de vertaling van een. citaat uit Porter et.a.,(1974) waaraan we in het geheel niets meer hebben toe te voegen. "De enige manier om ervaring op te doen is hen in het veld te leren herkennen en te leren door het maken van fouten. Niemand dient te verwachten ooit alle roofvogels op naam te kunnen brengen. Wie door geheel Europa trekt en 70 'fo van alle roofvogels die hij ziet kan determineren doet het buitengewoon goed. Als men te ambitieus probeert te zijn zal dat tot fouten leiden en onnauwkeurige documentatie waarna het jaren kan duren om dat terug recht te zetten.1" M.A.Buise, Julianalaan 114561 JA Hulst. - 01140-13887. 135

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 25