den de vogels tevoren in een halfopen hangar tussen de rommel. 1980 valt op door een gering aantal ontdekte wild- nesten. Grotendeels wordt dit veroorzaakt door tijdgebrek onzerzijds zodat niet alle lokaties intensief werden be zocht. Het aantal wildnesten ligt stukken hoger dan uit de tabelgegevens blijkt. Op het verspreidingskaartje zijn daarom alle lokaties aangegeven waar geregeld één of meer steenuilen worden waargenomen en/of gehoord. Het werkelijke aantal broedgevallen zal waarschijnlijk dit aantal territoria niet ver ontlopen. We noemen dit de categorie mogelijke broedgevallen - HaLfeind: jongen te pletter gevallen uit nok schuur. Kast 16 in een fruitboom iets verderop (sedert dec. 1 976) wordt genegeerd - Louisapolder centrum: holle balk goot schuur: onbekend aantal jongen - Plattenhoek: konijnepijp in steile kant dijk: 4 jongen. - Prosperpolder Veerstraathoutmijt, onbekend aantal j ongen - Prosperpolder Zorgdijk: tussen balen stroo Navolgende kasten waren onbewoond of de bewoners - veelal Holenduif - werden niet genoteerd: 3, 5, 6, 9, 12, 14, 1516, 18, 43* In kast 19 broedde zeker Holenduif. Voor een verrassing' zorgde het steenuilpaar van kast 33- Dit paar wist een vijver waarin een twaalftal Groene kik1- kers waren uitgezet volledig leeg te vissen. (Bleijenberg 1980Kast 8 wordt al enige jaren lang op inhoud gecontro leerd: ditmaal leverde dat maar liefst 5 dode mollen, 1 kikker en een dekschild van een meikever op. Hier is duidelijk sprake van voorraadvormingIn 1977: enkele kikkerresten en een mol; 1978: muizen, een mol, kikker- resten en dekschilden van kevers; 1979: mol, een spreeuw en een ring van een postduif (Bleijenberg, 1981 Van de 49 (48 jongen en 1 duit) vogels die tot nu toe zijn geringd in dit gebied zijn 4 terugmeldingen ontvangen waar van drie dit jaar. Ringnummer geringd gevonden 3.1 1 5.725 1 00671 S-1 0 1 90777, Zandbergses tr Graa.uw verkeer 3.292.863 230679 S—10 140280Kemzeke—Belgverkeer 3.292.891 030680 S-42 251180, WoestijnestrN.Nverkeer 3.292900 030680 S-13 010780, nabij Vlaamsekreekverkeer Uit deze paar gegevens blijkt een tamelijk geringe ver plaatsing: 2 vogels binnen 2 km van de ringplaatséén op plm. 6 km en één op 1 6 km. Het verkeer is een belangrijke mortaliteitsfactor en de meeste vogels maken hun eerste levensjaar lang niet vol. Voor een belangrijk deel is dit een gevolg van het feit dat met name jonge Steenuilen zich 130

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 20