bieden bedraagt 5 en het aantal niet bezochte en in 1 982 wel bezochte terreinen bedraagt 4. Het aantal waarschijnlijke broedparen dat voor 1 982 voor Saeftinghe opgegeven werd bedroeg minimaal 3. Voor 1984 werd het aantal op minstens 20 en mogelijk zelfs 50 geschat (medAvdWiel Bespreking resultaten en konklusies Het aantal broedparen in de binnendijks gelegen terreinen voor 1982, 40-45 paar (1is mijns inziens onderschat. In 1982 bedroeg het aantal waarschijnlijke broedparen minstens 45 en het aantal mogelijke minstens 7. Bovendien werden twee gebieden niet volledig onderzocht 3 paar) en 9 gebieden in het geheel niet 11 paar). Dit alles rechtvaardigt voor 1982 een schatting van 45-66 paar (voor binnendijks gelegen terreinen). Voor 1984 wil ik het aantal voor de binnendiJkse terreinen op minimaal 66 en maximaal op 85 paar schatten. Het maximum werd op 85 geschat omdat 4 gebieden in 1 982 wel en in 1984 niet bezocht werden 5 paar), 5 gebieden niet volledig onderzocht werden 5 paar) en er minstens 9 moge lijke broedgevallen bekend zijn. Het aantal broedparen dat in 1982 voor Saeftinghe opgegeven werd, minimaal 3, berust mijns inziens op een onderschatting A/oor 1 984 wil ik de schatting minstens 20 paar en mogelijk zelfs 50 paar aanhouden. Ondanks de onderschatting van het aantal in 1 982 ligt ook hier een toename voor de hand. Nog in 1970 werd door Sponéelee en Buise (2) aan de Blauwborst de kwalificatie schaarse broedvogel 1 10 paar) verleend. Voor 1984 kan het aantal omschreven worden als vrij talrijk (50-100 paar) tot talrijk (110-250 paar), immers het aantal kan geschat werden op 86-135 paar I Voor geheel Nederland werd in 1 977 (3-) het aantal geschat op 900-1200 paar, wat zou betekenen dat indien in de rest van Nederland het aantal gelijk gebleven is zo'n 1O^van de Neder landse Blauwborst populatie in Oost Zeeuws-Vlaanderen broedt 1 Wat de reden is van deze toename is niet geheel duidelijk, temeer daar in 1977 verondersteld werd (3) dat behalve in de Biesbosch en de Flevopolders het aantal in de rest van Neder land achteruit gegaan wasTe denken valt aan de volgende oorzaken - Het niet meer zo frekwent maaien van rietvelden waardóór de vegetatie diverser wordt en struiken, die dikwijls als zang- post dienen, blijven staan. - Een grotere tolerantie ten opzichte van ruigten. De Blauw borst broedt immers in overjarige kruidvegetaties die nogal eens plat gebrand worden. 122

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 12