We maakten zogenaamde Jcerkuilritten en bezochten daarbij een
aantal potentiële en reeds bekende broedplaatsen. In die tij
begon Vogelbescherming met het uitloven van een premie .van
25»00, voor een geslaagd broedgeval van de kerkuil en dat
verplichtte ons tot het maken van rapporten, iets wat tot op
heden voortduurtomdat deze premie nog steeds gegeven wordt
aan de eigenaars van een plek, waar een geslaagd broedgeval
door ons geconstateerd is. In de loop van de jaren 70 hebben
we samen heel wat kerkuilritten gemaakt en nestkasten voor de
kerkuil opgehangen op plaatsen waar we veel braakballen von
den. Onze ervaring met de nestkasten was evenwel, dat ze
slecht als broedplaats geaccepteerd werden. Op Westdorpe wer
een oud boerenhuis afgebroken, waar de kerkuilen sinds men
senheugenis in de schoorsteen gebroed hadden. In de bijbeho
rende schuren hingen we van te voren twee nestkasten op om
het broedpaar op te vangen, maar mooi dat ze 't jaar daarop
bij de buurman in de nok van de schuur zaten te broeden.
Nog een aantal van deze slechte ervaringen deden onsna er
zo'n dertig te nebben opgehangen, stoppen met het plaatsen
van nestkasten voor de kerkuil. Toch boekt L.Persijn er de
laatste tijd nogal succes mee in de streken rond Koewacht.
Soms kwamen we bij een boer op het erf en vroegen hem of we
braakballen van de kerkuil mochten verzamelen. Hij keek ons
dan hoogstverbaasd aan en zei: "Zitten die hier dan?" En na
tuurlijk zaten ze er, want dat hadden we van tevoren al be
keken. Meestal werden we dan na ons onderzoek op de koffie
gevraagd en moesten alles over het leven van de kerkuilen
vertellen. Zo ontstonden er kontakten die in de loop van de
jaren zo zijn gegroeid, dat ik ze niet meer zou willen mis
sen en ik geloof wel dat dat wederzijds is. Een aantal adres
sen zal ik dan ook regelmatig zelf blijven bezoeken om te
controleren en de.gegevens door te sturen aan mijn opvolger.
Soms hebben boeren weieens de naam van dwars te zijn, maar
dat valt toch nogal mee als je ze goed leert kennen.
Zo was er eens één, waar we zeven gemummificeerde muizen in
de nestkast vonden. De kerkuil had hij van1t hele jaar nog
niet gezien. We adviseerden hem om te stoppen met het
strooien van cumarine, tegen de muizen, hetgeen hij direct
deed. Het jaar daarop woonde er weer een kerkuil in de nest
kast en twee jaar later kwamen er vijf jongen groot.
Ik geloof dat de man nog gelukkiger was dan wij en last van
muizen had hij ook niet meer.
1 1 0