AANKOMST ZOMERVOGELS doorH. Castelijns Inleiding Wegens tijdgebrek ié er vorig jaar geen verslag verschenen, daarom zijn in dit verslag de jaren 1982 en 1983 samengevat. In 1983 werden de aankomst data van de zomervogels voor de vierde en laatste keer door mij verzameld. Dit vond ik een reden om de tot nu toe verzamelde gegevens samen te vatten in een tabel en hieraan enige voorzichtige konklusies te verbin den, zie hiervoor resultaten 1980 t/rr. 1 983. Het onderzoek wordt met ingang van 1984 voortgezet door: -Marcel CapelloAmstelstraat 6, Terneuzen, tel.01150-96833- Resultaten 1982 en 1983 In dit verslag zijn de verzamelde gegevens van 1982 en 1983 op eenzelfde manier verwerkt als beide voorgaande jaren, (zie li teratuur 1_) De resultaten zijn te vinden op pag. 29 Zowel in 1 982 en 1 983 ontving ik van de 40 gevraagde soorten vs 39 soorten waarnemingen. In beide jaren ontbrak net als in 198C en 1981 de Fluiter. Van de volgende soorten werden winterwaarnf mingen ontvangenPurperreiger '81/82, Grote stern '81/82, Gele kwikstaart '82/83, Roodborsttapuit '82/83, Blauwborst '82/ 83, Zwartkop en Tjiftjaf '81/82 en '82/83. In 1982 werden de eerste zomervogels reeds in de eerste week van februari waargenomen. Begin februari, heerste er veel een zuiden- en zuidoostenwind welke in onze streken zachte Middel landse zeelucht aanvoerdeMet als opmerkelijk resultaat dat reeds op 5 februari de eerst Boerenzwaluw waargenomen werd.' In dezelfde periode werden in West Zeeuws-Vlaanderen eveneens Boerenzwaluwen waargenomen (zie literatuur 3). Op 8 februari werden n.l. 2 ex. en op 9 februari werd 1 ex. waargenomen. Voorts werden in deze periode in Oost Zeeuws- Vlaanderen 2 Roodborsttapuiten en de eerste zingende Tjiftjaf waargenomen. Mogelijk was de vroege Koekoek waarneming (23-2) hier ook al het gevolg van ofschoon er in de eerste helft van de maand maart nog drie zouden volgen. Eind maart, begin april was het wederom zacht en zonnig. Er werden in deze periode dan ook vrij veel zomervogels waarge nomen. Het meest opvallend waren wel de maart waarnemingen van Grauwe en Bonte vliegenvangers Het voorjaar van 1983 was bijzonder nat en daarbij nog aan de koude kant/ook. Vooral mei en in mindere mate de tweede helft van maart en april vielen wat dat betreft in ongunstige zin op. De zachtere periodes waren omstreeks midden maart met vroege waarnemingen van Kleine karekiet, Paapje, GrasmusZwartkop en Zwarte roodstaart en midden april met Tortelduif, Gierzwa- 2 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1984 | | pagina 12