Dwergmuizen werden eveneens regelmatig gevangen, maar niet eerder
dan in september en oktober. Wellicht heeft dit te maken met het
feit dat de graanoogsten in deze periode hen dwingen hun voedsel
elders, bijv. aan de randen van de akkers, te zoeken. Van de Spits
muizen troffen we het veelvuldigst de B.osspitsmuis aan. Deze muize-
soort komt in de meest uiteenlopende biotooptypen voor en is ver
moedelijk zeer algemeen.
Voor de Huisspitsmuis geldt hetzelfde als voor de Huismuis: wij
hebben niet het meest geschikte biotoop bemonsterd met als resul
taat slechts enkele vangsten. Ook de Dwergspitsmuis werd weinig
gevangen (slechts 3 exx.).Mede op grond van weinig braakbalvond-
sten (Buise en Sponselee, 1978), vermoeden' we dat de soort hele
maal niet algemeen is.
De Veldspitsmuishoewel de laatste in de rij, zeker de opmerkelijk
ste, konden we, hoewel niet in grote aantallen, regelmatig vast
stellen, een voor geheel Nederland uniek gegeven. Zijn biotoop
lijkt sterke overeenkomsten te vertonen met dat van de Ondergrondse
Woelmuis
Slot.
Al met al blijkt Zeeuws-Vlaanderen een zeer muizenrijk stukje Neder
land te zijn met enkele in Nederland bepaald niet algemeen voorko
mende soorten. Een dergelijke variatie in soorten is vanuit natuur-
behoudsoogpunt de moeite waard om in stand gehouden te worden, on
danks de overlast die wij van sommige soorten muizen (vooral Huis
muis en de Veldmuis) plegen te ondervinden. Veel van deze overlast
204