life-trap. nestruiir deurtje tunneltj plaats v drempel de Woelrat. Ware Muizen zijn de Bosmuis, de Grote Bosmuis, de Dwerg muis en de Huismuis. Behalve de Noordse Woelmuis, die vrijwel alleen langs de kust voor komt maar nauwelijks zuidelijker dan N-Beveland, de Woelrat en de Grote Bosmuis, waarvan slechts één vangst bekend is in Nederland, zijn alle overige soorten tijdens onze inventarisatie gevangen. Vangstmethode Om de muizen levend in handen te krijgen maakten we gebruik van zg. "live traps". Zo'n val staat afgebeeld in fig.1; een smal tunnel tje met een deurtje geeft toegang tot een wat grotere nestruimte. Op de grens van tunnel en nestruimte zit een drempeltje; loopt een muis hier over heen, dan klapt het deurtje aan de voorkant van de tunnel dicht, waardoor de muis gevangen zit. In de nestruimte legden we wat stro en voer, zodat de gevangen muis het er een paar uurtjes kon uithouden. Eerst moet zo'n muis echter naar de val toe- gelokt worden; hiervoor gebruikt men aas, dat voor Spitsmuizen doorgaans bestaat uit een stukje vlees of vleesextrakt, in ons ge val voor Woelmuizen en in het bijzonder voor de Ondergrondse Woel muis uit appelo Het gebruik echter van een bepaald soort aas wil nog niet zeggen, dat men daarmee alleen maar die ene soort muis vangt; door hun nieuwsgierigheid vingen we ondanks het azen op Woelmuizen ook regelmatig Sptismuizen en Ware Muizen. Na het vul len van de vallen plaatsten we ze op regelmatige afstand van el kaar in op het oog geschikte terreintypen. Om alle (soorten) muizen, die rond de vallen leven, de kans te geven aan de vallen te wennen en het voedsel te ontdekken, werden de deurtjes van de vallen steeds gedurende twee dagen en nachten vóór het eigenlijke vangen vergrendeld, zodat ze vrij in en uit konden lopen. Na deze twee dagen werden de vallen "scherp gezet", waarna na enige tijd de controles konden beginnen. Een gesloten val werd in een hoge emmer geleegd, de muis werd omzichtig (zie tekening) beetgepakt, de soort en het geslacht bepaald, gewogen en gemerkt, en weer vrijgelaten. Het aantal dagen en vooral nachten dat zo'n vangstperiode duurt (muizen zijn veelal in ochtend- en avondschemer actief), hangt van het soort onderzoek af. Voor een inventarisatie als de onze zijn meestal twee dagen en nachten voldoende. 1 99

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 25