TERUGBLIK. Toen we 25 jaar geleden, op 19 juni 1956, in Hotel "Des Pays Bas" te Terneuzen bijeen waren met een gezelschap merendeels enthousiaste vogelbeschermers ter oprichting van de Vogelwacht, had zich vast nie mand aan de voorspelling durven wagen dat deze vereniging na 25 jaren meer dan 500 leden zou tellen! De natuurbeschermingsgedachte vond toen nog maar weining weer klank onder onze bevolking, wellicht omdat het niet bekend was dat ons gewest zo veel te bieden had. Het mag hier best wel eens gezegd worden dat het onze Belgische buren waren die de aandacht op ons gebied ves tigden. Ik denk hier aan J.Maebe en H.van der Vloet die in 1956 reeds "De avifauna van het verdronken land van Saaftinge" publiceerden, waarin waarnemingen voorkomen van 1946 af!(De Giervalk 1956-III). En niet te vergeten onze Belgische vrienden W.G.Suetens, J.van den Steen, J.P.van de Weghe, J.van Impe en H.Wille die hier hun waarnemingen ook sinds 1946 verzamelden, wat onder meer blijkt uit de publicatie "De a- vifauna van de Braekmanpolder"(De Giervalk 1961-11). Ook verschenen er al vroeg leuke boeken,met plaatjesover vogels van G.van Avermaat (Br.Simeon). Mede hierdoor kreeg Zeeuwsch-Vlaanderen meer en meer faam vanwege zijn vogelrijkdom, zodat er ook meer belangstelling van "Hollan ders" kwam.Vooral toen onze streek door toenemend grotere troepen gan zen als overwinteringsgebied werd uitverkoren. We denken dan terug aan namen als Dr.Mörzer Bruins, Philippona en anderen. Intussen werden in de beginjaren op veel plaatsen in 0.Z.V1. pro- paganda-avonden gehouden met het doel leden te winnen. Deze hadden vaak een goed resultaat; de bijeenkomsten werden flink bezocht met het vooruitzicht op de vertoning van natuurfilms en de toelichting van vaak bekende sprekers. Een voordeel was dat we toen nog nauwelijks con currentie van de televisie hadden! Ook de geleide excursies openden velen de ogen voor het mooie in onze natuur. De eerste mijlpaal in de praktische vogelbescherming was het vei lig stellen in 1957 reeds van het "Blikke Weidje" te Hoek, met mede werking van de toenmalige eigenaars en gebruikers; het ging later in Staatseigendom over. In dat jaar broedden er 15 paar Kluten, minstens 3 paar Tureluurs, 1 Visdiefje, 2 Kleine plevieren, 1 Witte kwikstaart meerdere Kieviten, Wilde eenden, enz. Door de veranderde omstandighe den,zoals lagere waterstanden en geen beweiding meer, is daar niet veel van overgebleven. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 3