heer. De Grote karekiet heeft nat materiaal nodig voor de nest- bouw, dus daar zou wel een oorzaak gezocht kunnen worden. Ook verstoring door recreanten (denk aan het afmeren van boot jes in de rietkraag) zou een belangrijke factor kunnen zijn. Maar mijns inziens, moet er toch nog een ander aspekt bij betrok ken worden. De Grote karekiet bereikt in ons land nagenoeg de noordgrens van zijn verspreidingsgebied. Wanneer er sprake is van afname van de west-europese populatie van deze soort, ma- nifesteerd dat zioh het eerst aan de randen van zijn versprei dingsgebied. Bij ons dus. De oorzaak van de achteruit gang bij ons, kan dan best heel ergens anders gelegen zijn. In het overwinte- ringsgebied b.v. De Grote karekiet overwintert in tropisch Afrika. Om daar te komen moet de woestijn worden gepasserd, en dat is voor zeer veel vogels een uiterst gevaarlijke onderneming. Deze oversteek kost aan zeer veel vogels het leven, en aangezien de woestijn helaas steeds groter wordt (Sahel landen) zal deze ook steeds meer slachtoffers eisen. Mogelijk dat daar een zeer belangrijke reden ligt voor de achteruitgang van deze soort. Tegenover de achteruitgang van de Grote karekiet staat de toename van de Cetti's zanger. Deze soort was voor 1968 in Nederland to taal onbekend. Begin jaren '70 waren er vooral bij Canisvliet waar nemingen, waar in 1976 een broedgeval vastgesteld kon worden (eer ste voor Nederland?). Sindsdien is deze soort op veel meer plaat sen waargenomen, totdat de strenge winter 78/79 een gevoelige klap uitdeelde. De Cetti's zanger is namelijk een standvogel, oor spronkelijk afkomstig uit het Middellandse zeegebied. Na deze win ter is het besrtand in ons gewest langzaam toegenomen, maar de Cetti's zanger is nog niet zo talrijk als voor '79« Analoog aan de toename van de Cetti's zanger is de toename van de WaaierstaartrietzangerDit vogeltje kan met recht een nieuwkomer

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 46