de taak op zich genomen om de zieke, gewonde of onderkomen vo gels zo goed en zo kwaad als dat ging weer een beeoje op te knappen. Volgens de Vogelwet mocht (en mag) dit alleen met een vergunning die op een bepaalde persoon zijn naam staat, gebeu ren en Sponselee was dus de enige die dit werk mocht doen. Tot op heden doet hij dit werk nog. Als U dus een vogel vindt die nog leeft en waarvan U denkt dat hij of zij nog op te knap pen is, dan kunt IJ bij hem terecht of bij één van de bestuurs leden uit uw buurt, die dan wel voor transport zal zorgen. Mocht U in de buurt van C.Riemslag wonen, dan kunt U de vogel daar ook brengen, want deze is ook bevoegd asylhouder voor in het wild levende vogels. VERTREK VAN DE SECRETARIS De Himantopus no.7 van januari 1962 was het laatste mededelin genblad voor lange tijd. Men had immers besloten voortaan de ar tikelen over ons gewest in "Het Vogeljaar" te gaan publiceren? In augustus van 1962 leed de steltkluut een gevoelig verlies. Eén van de trekpaarden van de vogelwacht tot nu toe, namelijk de zeer actieve secretaris G.Sponselle, vertrok uit de streek. Hij had een betrekking aangenomen als leeraar aan de huishoudt school te Mijdrecht, om biologie te kunnen gaan studeren aan de universiteit van Utrecht. In zijn plaats kwam G.Ottens uit Ter- neuzen als secretaris de gelederen versterken, terwijl G.Sponse lee gewoon lid werd. 1 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 13