mende visjes op te wachten. Of het er iets mee te maken had weet ik niet, maar op dit moment grepen enkele mensen een boterham om een beginnende honger alvast te stillen. Het had er de schijn van dat ook in dit geval zien eten, doet eten. De wind die aanvankelijk de Aalscholvers van dienst was, zorgde nu voor ongemak in de vorm van regenwolken. Een groep van meer dan duizend Kolganzen scheen daar weinig hinder van te onder vinden, ze graasden rustig op één van de eilandjes. Tussen de regendruppels door konden we mooi het verschil tus sen Tureluur en Zwarte ruiter bekijken. De Zwarte ruiter heeft een wat langere snavel en in de vlucht steken z'n poten verder achter zijn lichaam uit dan bij de Tureluur. Ook heeft hij in te genstelling tot de Tureluur geen witte vleuffelbanden Het lag in de bedoeling de hele kreek rond te lopen, maar om dat het weer steeds slechter werd besloten we om maar terug te keren. Omstreeks 12.30 uur waren we weer bij het vertrekpunt waar nog wat nagepraat werd. Ondanks het vroegtijdig eindigen van de excursie konden we een mooi lijstje noteren. Het was toch weer de moeite waard. Gerard van de Wiel. Waargenomen: Grote bonte specht 1, Roodborst 2, Meerkoet 220, Kievit ca 400, Spreeuw 17, Wilde eend 52, Bonte strandloper 8, Brilduiker 4» Grote mantelmeeuw 12, Kuifeend 44» Fuut 8, Ture luur 6, Aalscholver 11, Grote zaagbek 1c? dood - 1c? overal, Buizerd 1, Bonte kraai 2, Storm- Zilver- en Kokmeeuw niet ge teld, Dodaars 2, Koolmees 1, Grauwe gans 33» Zwarte ruiter 2, Rietgans 110, Scholakster 4» Merel 2, Blauwe reiger 2, Kolgans ruim 1000, Wintertaling 53» Ekster 2, Wulp 6, Smient 3» Steen loper 2, Pijlstaart 3» Middelste zaagbek 1, Zilverplevier 1, Graspieper 3« VAARTOCHT WESTERSCHELDE. 27 DECEMBER 1980. Te 9 uur werden de trossen losgegooid en begon een vaartocht over de Westerschelde tussen Walsoorden en de Belgische grens bij Zand vliet. Totaal was er 25 man. Het was een paar graden beneden nul; strak blauwe lucht; vrijwel windstil; een ideaal vogelweertje. Ganzen waren er volop. Regelmatig zagen we kleine overvliegende groepjes. Wat opviel was, dat ze uit twee richtingen kwamen; van af Saeftinghe en vanaf richting Kruiningen (Yerseke Moer?). Spoedig voeren we langs het Verdronken Land van Saeftinghe. Een aparte gewaarwording het nu eens van de andere kant te kunnen be kijken. Massa's vogels trokken onze aandacht: een grote troep Ganzen (1600 ex) in het Speelmansgat, vele duizenden Smienten voor Ijskelder, Marlemont en Noord, en vele honderden Pijlstaarten. Leuk waren enige Aalscholvers, Bergeenden, Futen, grote en mid delste Zaagbekken, een Kluut en een Kiekendief. Een verrassing waren twee vrouwtjes Eidereenden vlak bij de Dam van het Oude Hoofd Te 14.15 uur liepen we Walsoorden weer binnen na een zeer ge slaagde vaartocht. 137

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 27