overzichtje worden samengesteld (is een verbetering van het lijst
je dat we indertijd publiceerden in de Avifauna van Oostelijk
Zeeuws-Vlaanderen, (SPONSELEE BUISE 1975):
1 ex geschoten in tuin te Zwartenhoek (K.v.Acker)
juli en augustus regelmatig 2 ex (maar geen nest
gevonden) in bos Wilking bij Hulst (H.Enkelaar)
Broekrogel op Groot Eiland (Buise, 1977)
Broedvogel in de houtwallen rond het voormalig
Port Moerspui (Archief Staatsbosbeheer Goes).
Broedvogel bosjes Drogendijk bij Rooskens Weel
(Archief Staatsbosbeheer Goes)
Ieder jaar met 1 paar op WMZ-terrein te Clinge,
geregeld doodgereden (T.Lebret).
Ieder jaar 1 paar in WMZ-terrein St.Jansteen
J.Nagelkerke)
Na een vluchtige beschouwing van deze gegevens kunnen we ons niet
aan de indruk onttrekken dat men vrij plotseling en tevens vrij in
tensief (tot 4-5 paar) met het voorkomen van de soort werd gekon-
fronteerd. En dit in een periode dat de soort zich ook elders in
Zeeland op geschikte terreinen (de duingebieden) plotseling (en
naar het bleek incidenteel) manifesteerde als broedvogel).
Uit besproken periode zijn n.l. de navolgende Zeeuwse gegevens
bekend:
1959 1 broedgeval bij Haamstede op Schouwen (MEININGER
1977).
1959 en 1960 Mogelijk broedgeval bij Valkenisse op Walcheren
(MEININGER 1977).
1960 16-04 waarneming van 1 ex Kievittepolder West
Zeeuws-Vlaanderen (ENKELAAR 19^7
Dit waren tevens tot in de jaren zeventig de enige gegevens m.b.t.
deze soort uit de rest van Zeeland. Iets wat ook blijkt uit boven
staande gegevens is, dat de soort in de jaren zestig ook weer vrij
snel verdween. Dit past eveneens in de ontwikkeling die elders in
Nederland plaatsvond (n.l. de sterke afname in de jaren zestig).
Alle voormalige broedterreinen hebben met elkaar gemeen dat ze
zandig zijn en dat er toendertijd volop jonge bosaanplant en jong
struikgewas was. Voor de zandgronden in de grensstrook en het
Groot Eiland geldt dit ook nu nog. Het ongeschikt worden van het
broedterrein door veroudering van de aanplant zoals in Het Gooi
indertijd (ALLEYN. e.a. 1971) het geval was, kan dus in Oostelijk
Zeeuws-Vlaanderen niet tot de verdwijning daarna hebben geleid.
Het toenemende gebruik van pesticiden in de jaren zestig kan van
1955
1957
1960
rond/tot 1960
rond/tot i960
1962
tot 1965
132