BELGIE GEEFT ONS EEN VOORBEELD BESCHERMING VAN IN HET WILD LEVENDE INHEEMSE DIERSOORTEN. In het Belgisch Staatsblad van 31 oktober I960 verscheen het Koninklijk Besluit houdende maatregelen, van toepassing in het Vlaamse Gewest, ter bescherming van bepaalde in het wild levende inheemse dier soorten, die niet onder de toepassing vallen van de wetten en besluiten op de jacht, de riviervisserij en de vogelbescherming. BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen. Onze Groet. Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, inzonderheid de artikelen 1, 3, 4, 33 en 41; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1979 tot oprichting van vier ministeries van de Gemeenschappen en van de Gewesten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 juli 1979, 12 februari 1980, 13 maart 1980, 16 mei 1980 en 23 juli 1980; Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 1980 tot de bepaling van de ministeriële bevoegd heden voor de aangelegenheden van de Vlaamse Gemeenschap; Gelet op het advies van de Kamer van de Hoge Raad voor Natuurbehoud, bevoegd voor het Vlaamse Gewest, uitgebracht in zitting van 1 maait 1978 en 13 juni 1979; Gelet op het advies van de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van de Vlaamse Gemeenschap en op advies van de Vlaamse Executieve, Hebben Wij besloten en besluiten Wij: Artikel 1. De diersoorten vermeld in de bijlage van dit besluit genieten in het Vlaamse Gewest een volledige bescherming. Het is te ailen tijde en om het even waar verboden: 1 deze dieisoorten te bejagen, te vangen om ze in gevangenschap te houden, in gevangenschap te houden of te doden, ongeacht hun ontwikkelingsstadium; 2. de woon- of schuilplaatsen van deze diersoorten te beschadigen of met opzet te verstoren; 3. deze diersoorten, levend of dood, onder welke vorm ook te vervoeren, te verhandelen, kosteloos of tegen betaling af te staan. Art. 2. Van opgezette exemplaren van diersoorten vermeld in bijlage van dit besluit, die bij de inwerkingtreding van dit besluit, in het bezit zijn van partikulieren of van instellingen, moet de houder binnen drie maanden te rekenen vanaf die inwerkingtreding aangifte doen bij de burge meester van de gemeente waar hij het exemplaar bij zich houdt. Een door de burgemeester geviseerd afschrift van deze inventaris zal worden neergelegd op de griffie van de politierechtbank van het kanton. Deze opgezette exemplaren mogen niet meer worden verhandeld. Art. 3. Het is verboden exemplaren van de groene kikker (Rana esculenta L. (complex)) en van de bruine kikker (Rana temporaria L.) te vangen of te doden behalve in private kweekvijvers. Art. 4. Het is verboden de Wijngaardslak (Helix pomatia (L.))te vangen voor de consumptie of voor welke andere doeleinden ook. Art. 5. Afwijkingen op de verbodsbepalingen van de artikelen 1, 3 en 4 kunnen door Ons wor den verleend, wanneer het gaat orn duidelijk wetenschappelijke of educatieve motieven die ter dege worden verantwoord of wanneei maatregelen van algemeen of plaatselijk belang noodza kelijk zijn. Art. 6. Overtredingen van dit besluit worden opgespoord, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud. 122

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1981 | | pagina 12