34. GROTE MANTELMEEUW JAARGAST Wordt in alle maanden van het jaar in kleine aantal len waargenomen. Vier tot acht ex bijeen. Vermoedelijk trek vanaf de Westerschelde bij vloed. 35. ZILVERMEEUW JAARGAST Wordt in alle maanden van het jaar waargenomen. In de broedtijd voornamelijk eerste en tweede jaars kleed van 4 tot 10 ex. In andere maanden van het jaar in grotere aantallen in alle kleden. 36. KOKMEEUW JAARGAST Wordt zo veelvuldig waargenomen in alle maanden en kleden dat verdere beschrijving overbodig is. 37. VISDIEFJE ZOMERGAST Wordt in de zomermaanden vrij regelmatig jagend boven de kreek gezien. Van broedgevallen in het kreekgebied is ons echter niets bekend, 38. HOLENDUIF JAARVOGEL Van deze vogels hebben we met zekerheid kunnen vast stellen dat ze in het gebied broeden want op 28-7-75 werden 2 jongen gevonden in een holle knotwilg, waar uit we even tevoren een holenduif hadden zien weg vliegen (Gr+K). 39. HOUTDUIF JAARVOGEL Geschat aantal broedparen is 10 die elk twee a drie keer per jaar broeden. Wordt buiten de broedtijd waargenomen in groepen van 50 tot 80 ex. 40. TORTELDUIF ZOMERVOGEL Minstens een paartje broedt bij C.Dekker. 41TURKSE TORTEL JAARVOGEL Minstens twee paartjes broeden bij C.Dekker. Worden daar 's winters ook gezien. 42KOEKOEK ZOMERVOGEL Minsten 3 ex. verblijven gedurende de zomermaanden in het gebied. 43. KERKUIL JAARGAST Wordt in alle maanden waargenomen jagend op de lan derijen langs de kreekoevers. 5 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 28