DE VOORSTE KREEK TE HOEK stil staan de kijker op haar gericht, toch bleef ze in mijn richting vliegen, en op ongeveer 4 meter hoogte scheerde de sperwer over me heen. Nog nooit had ik een sperwer op zo'n korte afstand mogen bele ven, het prachtig dwars gestreepte verenkleed en de felle kop waren goed te zien. Een andere waarneming betrof een smelleken dat op 26 december in de Moerspuipolderom een of an dere reden onbesuist een bonte kraai aanviel. Deze was daar echter niet van gediend en opende de tegen aanval. Doch de bonte was veel te langzaam. Bij de achtervolging die na de schermutselingen op de grond volgde had de bonte kraai geen schijn van kans tegen het snel wegspurtende smelleken. Ik ben benieuwd wat winter 1978/79 brengen. Een voortzetting van de tendens die de vorige winter te zien gaf, betekent een duidelijke verrijking van on ze vogelwereld en een bijdrage aan het natuurlijk e- venwicht tussen de verschillende vogelsoorten. Lelystad, October 1978. L.G.Persijn. Er wordt wel beweerd dat, wie dichtst bij het vuur zi zich het beste warmt, maar dat geldt dan zeker niet voor B.„Groot jans Reeds enkele jaren geleden leverde hqj een overzicht in van de vogelstand van de Voorste Kreek te Hoek. Maar... als bestuurslid begrijpt hij best dat er wel eens iets moet blijven liggen voor dringender zaken. En zo is het gekomen. Maar ook hier geldt: beter laat dan nooit, want der gelijke informatie is - eenmaal gepubliceerd - van blijvend belang. De redactie Een prachtige kreek, die nog zulke grote rie-velden bezit dat rietzangers, karekieten, rietgorzen, baard mezen enz. er ongestoord tot broeden kunnen komen. De oostelijke oevers hebben een unieke vegetatie die eigenlijk al begint bij het bungalow-park. In mei

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1979 | | pagina 20