bergeend
blauwe kiekendief
wulp
vloed, door het weer. Wel zit je beschut in de hut,
het tochten zorgt er voor dat je niet indut, doch ge
bruik wat dat betreft de vogels als stut. Nou, ture
luur en bonte strandloper zo voor het pakken, ook witte
kwikstaart heel dicht bij. Wel jammer dat de water
stand zo hoog was: een fraai slikstrandje voor de hut,
waar nu alles onderstond zou het resultaat geweest zijn.
Werkelijk boeiend waren ook de vele, vele spreeuwen,
die na de nachtrust een goed heenkomen zochten, laag
over de kreek vliegend vanwege de harde wind. Deze
soort bleek nog door een andere gast te worden gewaar
deerd: maar liefst 6 maal resten gevonden, achterge
laten door een stekker ofwel een sperwer, accipiter
nisus zelf verscheen ook even op-het toneel.
3E3E
Ook de doverik deed zijn naam eer aan: vloog enkele
rondjes na opstoten en viel bijna direkt weer in,
uiteraard zonder kik of geluid. Kuriositeit van het
tochtje was natuurlijk de roodhalsgansdie, overvlie
gend samen met kolgans duidelijk gedetermineerd kon
worden. Leuk waren natuurlijk ook de vele pielen
waterkiekens en zo nog het een en ander.
Accipiter latijn de havik), nisus - grieks (van
ïïisos eigennaam van koning in Megara, Mythologie);
xx doverik streeknaam bokje);
pielen eenden
xxx* wnterkiekens streeknaam waterhoen).
SOORTEN EN AANTALLEN.
Dodaars 1 Tureluur 1
Kleine Zwaan 1 Bonte strandloper 5
Roodhalsgans 1 Grote mantelmeeuw 1 adult
Kolgans in diverse Stormmeeuw 6
45