VELDWERK
EEN DAGJE WAARNEMINGEN IN DE BRAAKMAN (25-2-78)
Intussen woon ik al weer meer dan een half jaar in
Zeeuws-Vlaanderen en ik begin er al een beetje de
weg te kennen. Het gebied waar ik meestal waarne
mingen doe is de Braakman in de omgeving van de
spaarbekkens. Over de Braakman gaat nu dit verslag,
's Morgens om 9 uur startte ik in Terneuzen om via
de sluizen naar Hoek te rijden. Op de Knol echter
sloeg ik rechtsaf en langs 't Boerengat kwam ik
aan de oude zeedijk. Deze heb ik eerst een eindje
gevolgd en toen ben ik erover geklommen en ben in
zuidelijke richting gelopen. Al spoedig zag ik in de
nabijheid van het eilandje de eerste Aalscholvers.
Boven de dijk hoorde ik overal veldleeuwerikken zin
gen en graspiepers vlogen piepend uit het gras op.
Aan de kreekrand fourageerden kievitten, wulpen,
scholeksters, tureluurs, rosse grutto's en zilver
plevieren; bovendien zag ik er.ook nog 2 bontbek-
plevieren. Op de kreek waren verschillende eenden
soorten waar te nemen. Wat me opviel was dat vele
bergeenden in paartjes voorkwamen: Trekken deze
paarsgewijs verder of zijn dit de broedvogels uit de
omgeving? Ook zag ik nog zo'n 250 kolganzen de
kreek in de richting Oost-West overvliegen.
Juist voor ik de weg Hoek - Ijzendijke op wilde gaan
vloog nog een velduil op. Langs genoemde weg ben ik
in de richting van de Westgeul gelopen. Vlak bij de
ingang naar het rekreatiecentrum vloog een brui
ne kiekendief de weg over. Langs de Westgeul ben
ik naar het bos gelopen. Het meest opvallende van
de Westgeul is dat er altijd wel een tiental kluten
verblijven in deze tijd. Leze vogel is nogal sterk
gebonden aan een bepaald fijn soort slib wat hier
schijnbaar aanwezig is.
In het bos was het kleine spul nogal goed vertegen
woordigd: vink, keep, koolmees, matkop, pimpelmees,
goudhaantje, en sijs lieten zich horen of zien. Van
de heggemus en winterkoning kon ik diverse zingende
4 2