niet groeide, was hij de gehele hroedperiode makkelijk te zien. Later zag ik hem in het weiland lopen met 5 jongen. De patrijs voelt zich hiet uitstekend op zijn gemak, op 10 juli zag ik 3 oude patrijzen wegvliegen met 18 (achttien) jongen er "bij nog maar zo groot als een spreeuw. Yan de zoogdieren was de haas steeds aanwezig. Zo telde ik op'3 juni er zes stuks, in het perceel hruine honen. Ook het konijn was aanwezig. Een verrassing was het zien van drie wezels tegelijk welke door mij op acht meter afstand gedurende tien minuten kon den worden hekeken, spelend in een droge sloot. Als zeldzame gasten voor deze polder golden de 3 zwarte rui ters die ik in de watergang aantrof op 23-4 "bij zeer koud weer en harde wind. Ook waren op 5-4 vijftien en op 9-4 negen goudplevieren (zuidelijke vorm) aanwezig die rustig urenlang op de klui ten zaten. Ook de regenwulp kwam hier uitrusten van zijn trektocht Qp iy~4 zwom er in de sloot langs de Kalverdijk een dodaars. Misschien dezelfde, die in de zomer broedde in de weel een halve kilometer verderop aan de Mariadijk. Ook zat in de populieren op de Kalverdijk een eksternest waar ik enkele keren een ekster in zag vliegen. Als onregelmatige gasten waren te zien en te horen, kleine karekiet, rietgors, kneu, kraai, tapuit, -^ster, zwartkop, spreeuw, houtduif, holenduif, (inlandse) tortel duif, putter, groenling, witte kwikstaart, huismus, kleine mantelmeeuw, stormmeeuw, vanaf eind juni jonge kapmeeuwen en steeds aanwezig volwassen kapmeeuwen. U ziet het dat zijn er voor zo'n klein en kaal poldert je nog heel wat. Ook vond ik in de watergang enkele slacht offers van hotulisme, (twee kapmeeuwen) en een zakje met twee verdronken jonge honden of poezen. Het zakje was ver zwaard met een te klein steentje waardoor het hoven kwam drijven. Blijkbaar een echte "diernvriend" geweest. E. Steijns. PORTUGESE OESTERS IN BE BRAAKMANHAVEN Omstreeks half september 1976 vond ik langs de glooiing van de uitwateringssluis in de Wevelswaaldijk, zowel langs de rechter als langs de linkerflank aan de laagwater- lijn, een oesterkolonie. De schelpen waren opvallend mooi met sierlijke franjeach- ^\^vtige uitsteeksels. Daar het mij voorkwam dat dit zeldzaam 1 a 1 moest zijn, stuurde ik er enkele op naar het Delta-instituut te Yerseke. Dr. Y. Faas helde mij enkele dagen later op en vertelde mij dat mijn zending de Portugese oester betrof en dat deze niet zo zeldzaam is, omdat het een oestersoort be treft die in de Oosterschelde gekweekt wordt. Dat er dus wat oesterhroed uit de Oosterschelde in de Westerschelde terecht komt met de stromingen en zich dan vastzet en uitgroeit is niet zo verwonderlijk. Het enige opmerkelijke aan de oester was zijn ronde vorm. Deze was volgens dr. Faas veroorzaakt door een zeer snelle groei want normaal zijn de Portugese oesters enigszins ovaal van vorm. Dezelfde dag dat ik de oester opstuurde naar het Delta-insti tuut verzond ik er ook enkele naar het Zoölogische Museum te Amsterdam. Ik kreeg hiervan na enkele weken het volgende antwoord "Geachte heer Grootjans. Wij ontvingen enkele oesters door u verzameld. Het betreft de Portugese oester (Crassostrea angulata)een soort uit Zuid-Europa die ook wel noordelijk wordt aangetroffen. Kenmerkend is de vorm en het donkere spierindruksel aan de binnenzijde van de schelp. Meestal sterven ze in onze wateren weer uit na een strenge winter. Wij hebben de exemplaren in onze collectie opgenomen en danken u zeer voor deze schenking. Een ongeveer gelijkluidend antwoord dus. Toch blijf ik het opmerkelijk vinden dat deze oesters zich hebben kunnen ont wikkelen in de sterk vervuilde Westerschelde B. Grootjans. YERYOLG DAGROOFVOGELWAARNEMINGEN BLAUWE KIEKENDIEF, ex. 18-11-'75» Knuitershoek, Ossenisse (E, Steijns) BLAUWE KIEKENDIEF, 28-5-'75, 6 Axelse kreek (T. IJsebaert) SLECHTYALK, 9-7-'76, 1 ex. Stroodorpe Sluiskil. (T. en M. IJsebaert) TORENVALK, 23-6-' 76, doodgereden ex, op brug Sluiskil. Zeer vermoedelijk jong ex. Broedgeval in brug zoals voorgaan de jaren (G. Ottens) TORENVALK, doodgevonden juni 1976 dijk N, Kieldrecht/Saaf- tingepolder. Sterk bedorven. Niet doorgestuurd ZMA (R. Bleijen- "berg) 107 c TORENVALK, tussen 8 juli en 15 augustus/regelmatig in de om geving van de brug bij Sluiskil. (T. IJsebaert) KLOPT, heeft in een van de bovenbalken van de brug gebroed. Red, 142.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1976 | | pagina 10