Boomvalk: 28—55 1? Zwartenhoek. F.T.
24-5; 1» Axel. W.W,
Klein Waterhoen: 1—11 '75» 1 9 Roep gedurende enkele minuten
gehoord, op hoogstens 6 meter afstand. Verschil in
toonhoogte. Vergeleken met geluid op kassette, Bit
"bleek identiek te zijn, Axelse Kreek, W.W,
Houtsnip: 1-2; 2, Omgeving Villapark Sluiskil, T.Cauwels,
Witgatje: 50—41, Oud ZevenaarpolderW.W,
3-7» 1 Axelse Kreek, W.W,
Steltkluut: 1-5» 1 Zwartenhoek, Simeon,
Zwarte Stern: 1-5; 3? Zwartenhoek, l!
8-5; 3» Axelse Kreek, W,W,
Velduils 28-2; 1, Paardendijk, A, de Rijke
13—35 1» Oude Zeedijk.
Boomleeuwerik: 4-l2-'75» 15» Liniedijk, Zoutestraat, A0d.K,
14—19 18» Liniedijk, A.d,K,
19-1? 18, i!
23-2; 8,
Huis zwaluw: In de vorige Steltkluut publiceerden wij 1-5 als
de vroegste datum dat deze soort in ons gewest
was waargenomen. De heer Tombeur had er echter
eerder een gezien, en wel op 28-4 te zwartenhoek.
Oeverzwaluw: 17—75 minstens 200, Spaarbekkens, Verder onge
veer 225 nesten uitgegraven in stijle zandwand
aldaar, W.W,
Boompieper: 1-5» 1? Riedenpolder, L.G, Persijn.
1=5; 1» Boskreek, Koewacht, L.G, Persijn.
28-5; 1 Z, Portdijk, Koewacht, W.W,
28=5; 1 Z, Kruispad, Koewacht, W0W,
28=5; 1 Z, Groot Eiland, W,W.
28=5; 4-5 zangposten, WMZ-Clinge, W.W,
29=5» 1 Z, Graafjansdijk, W.W,
29-5? 1» Nieuwe KarnemelkpolderL.G, Persijn,
3=7? 2 Z, Axelse Kreek, W.W,
Oeverpieper: 24-10='75? 1» Slikken Terneuzen. W0W,
25-10-'75? 1 geh, Slikken Terneuzen, W,W,
21=11-'75; 1, Veerhavengebied Terneuzen, W.W,
8 12-'75; 1,
26=12-'75? 2, Slikken Terneuzen
1=1 176; 1 geh., Zwartenhoek
24-1I 1Axelse Kreek
31-1; 1,
11=21Braakmanhaven
11-2; 1 geh,, Braakmankreek
20-3; 1» Axelse Kreek.
Sprinkhaanrietzanger12-5; 1» Zwartenhoek, P0T,
81
Cetti's zanger: 6-5; 1S Z, Bronkreek bij Spui, W.W.
Glanskop: 28-5; 2 geh., WMZ-Clinge. W.W.
Boomkruiper: Mei, broedgeval, nest met grote jongen, Nieuw-
KarnemelkpolderL,GPersijn,
Geelgors28-5; 3 Z, WMZ-Clinge. W.W.
1-2; 3» WMZ-Steen. A.d.K.
20=2; 2, St. Jansteen. A.d.K,
22=2; 2, WMZ-Steen.
22-2; 2 1 WMZ-Clinge
21-2; 3» Saxhaven
14-3; 2, WMZ-Clinge
Sneeuwgors: 23-3; 2?, Slikken Terneuzen, W.W.
WINST EN VERLEIS
Weitje bij de Val 2.
Terwijl ik het artikel van Peter Maas zat te lezen over het
verlies van de knotwilgen en de meidoornhaag uit het weitje
bij De Val in Steltkluut nr. 3 van juni 197^» gingen mijn ge
dachten onwillekeurig zo'n jaar of 10 terug en kwam mij een
beeld voor de geest van een onverharde weg, vanaf de Verkorting
naar de Val toe, waar aan de linkerkant van de dreef nu eens
dubbele, dan weer driedubbele rijen knotwilgen stonden. Het
waren prachtige onderhouden knotwilgen en als ik mij goed her
inner wel tweehonderd in getal.
Het was langs deze dreef dat ik een van mijn eerste nesten
vond, In dit geval van een Steenuil, IJ zult al wel begrepen
hebben dat het hier hetzelfde weitje betreft als Peter Maas
bedoelde en dat het verlies van zo'n gebied eigenlijk onge
merkt en beetje bij beetje in de loop der jaren plaats"vindt
Toen ik er tien jaar geleden kennis mee maakte was het gewoon
een echt Zeeuws landschap met knotwilgen in de wei en populie
ren op de dijk, Samen met een vriend heb ik er uren vertoefd.
We vonden in een iets oudere verwaarloosde knotwilg, wiens
stam al gespleten was, in een holle tak, nog een tweede nest
van een steenuil. Althans we hebben nooit de eieren gezien,
want als we voor het gat kwamen begon de broedende steenuil
zo angstaanjagend te blazen, dat de rillingen over je lijf
liepen. Een maand later zaten er dan een stuk of vier jongen
overdag te zonnen in de nabijheid van de holle tak. Nog later
gingen we op dat plekje eens braakballen rapen en onderzoeken
om te zien waarvan de steenuilen nu eigenlijk leefden. En toen
kwam uit wat er allemaal zo'n beetje aan kevers en torren
leeft in zo'n knotwilgbiotoop. Schildjes en resten van kevers
die we zelf nooit vonden zaten er in die braakballen. Om er
een paar te noemen: gouden tor, mestkever, doodgraver, aaske-
82.