karakteristieke ratelslag en de tuinfluiter, waarvan de zang
een beetje lijkt op die van de merel, maar dan met een te
hoog toerental.
Nesten van allerlei vogels konden we ook bewonderen, want
dhr» Abrahamse met dochter en zoon wisten die ons snel aan
te wijzen.
We dwaalden door de verwilderde tuinen van de vele leeg
staande huizen en konden zo zien dat als er in het geheel
niets gedaan wordt aan een tuin, dat er dan toch een zeer
fraaie begroeiing ontstaat, zoals metershoog fluitekruid,
hele velden met kleefkruid en wat later in de zomer kan
men er volop bramen plukken, onbespoten
Bovendien hebben allerlei insecten hier vrij spel (ze zijn
zeker niet allemaal schadelijk, maar zelfs nuttig) die dan
weer dienen als voedsel voor de vogels» Het lijkt wel of
hier de natuurlijke kringloop is teruggekeerd. Misschien
iets voor u om er ook zo'n tuin op na te houden?
We konden hier ook nog echte oude bomen zien, in dit geval
Canada populieren, met een ontzettend dikke stam, en dode
takken die zich uitstekend lenen als broedgelegenheid. Die
broedgelegenheid was overigens goed nagemaakt door onze
gids, want overal verspreid hingen div. soorten nestkasten
op» De een was bewoond door koolmees, de ander door pim
pelmees enz.
Ondanks dat we wat te laat waren hebben we toch een boeien
de excursie meegemaakt door 'n toch wel heel mooi stukje
van Sluiskil.
Waargenomen vogels
blauwe reiger, wilde eend, bergeend, patrijs, fazant, wa
terhoen, kievit, houtduif, turkse tortel, koekoek, veld
leeuwerik, boeren-, huis- en oeverzwaluw, graspieper, witte
kwikstaart, winterkoning, heggemus, zanglijster, merel,
roodborst, spotvogel, zwartkop, tuinfluiter, braamslui-
per 3 ex», grauwe vliegenvangerkoolmees, pimpelmees,
groenling, kneu, vink, huis- en ringmus, spreeuw, zwarte
kraai 2 broedgevallen, kauw en ekster.
Op 16 mei zag de excursieleider de heer A. Abrahamse op
het opgespoten terrein tegenover het villapark 3 paar klu
ten waarvan 1 paar 2 pulli bij zich had.
Peter Maas.
VERS LAG NA C HTE GA LENEX CïïRSIE14 mei 1976.
28 deelnemers beklommen de unieke wallen van Hulst met als
doel de prachtige zang van de nachtegaal te beluisteren.
57.
Maar helaas, niets van dat alles. Het enige wat we die avond
gehoord hebben is een paar meerkoeten, een steenuil en heel
even een cetti's zanger. Verscheidene keren hebben we onze
oren gespitst omdat we dachten een verdacht geluid te horen,
maar het bleek steeds weer een meerkoet te zijn.
Als laatste redmiddel hebben we dan maar mijn 17© eeuwse
cassetterecorder voor de dag gehaald, die eerst nog met een
schroevendraaier opengebroken moest worden. Maar ook het af
draaien van het voor hem bekende geluid bleef zonder resul
taat. Zo zie je maar dat niet elke excursie met buitenge
woon succes af kan lopen.
Niettemin hebben we volop genoten van de wandeling in de
nachtstilte over de kronkelige wallen van Hulst.
Adrie Klaassen.
VERSLAG VAN DE FIETSEXCURSIE, 2 mei 1976
Te 9.00 uur werd aan de kerk van Sint Jansteen gestart voor
een fietstocht door de bossen van de WMZ te Sint Jansteen en
Clinge» Zeven deelnemers in regenkleding stonden gereed,
maar na een kwartier fietsen kwamen zich nog enkele laatko
mers aansluiten zodat we totaal 10 man sterk waren. Bij een
vlasserij in de Warandastraat deden zich een groot aantal
groenlingen tegoed aan de vlasbolletjes op geroot vlas. Ze
werden vergezeld door keep, kneu, vink en ringmus en enkele
spreeuwen, wat houtduiven en een fazant scharrelden tussen
het gestuikte vlas. Ook de veldleeuwerik was aanwezig.
Vlak voor de bossen ontmoetten we een paar zwarte kraaien
die zich onder luid gekrijs uit de voeten maakten toen ze
ons bemerkten. Tientallen kneutjes en graspiepers vlogen op
uit de bermen van de nog stille landwegen. Waterhoen en
spelende konijnen maakten plaats voor ons toen wij naderden.
In het lage struikgewas, waartussen riet groeit, zong een
luidruchtige zwartkop, tal van bergeenden vlogen weg en een
torenvalk stond biddend boven een van de vele kanalen. Ver
derop in de hossen hoorden we het roffelen van de grote bon
te specht en af en toe liet de groene specht zijn lach ho
ren. Vink en boompieper zongen aan de rand van het bos.
Tussen WMZ Steen en WMZ Clinge hoorden we nabij de Gentse
vaart de gekraagde roodstaart.
Toen we een zandweggetje insloegen vloog vlak voor ons een
bosruiter weg uit een gedeeltelijk droogstaand kanaal. We
hoorden tientallen zanglijsters, kneuen en groenlingen.
Bij een van de kanalen stonden we bergeenden te observeren,
toen we ineens boven het bos een grote donkere vogel zagen.
Naderbij gekomen bleek het een zwarte wouw te zijn. Ook de
58.