Liefst per briefkaart, waarop men dan tevens gelieve te ver
melden: voorkeur voor Hulst of Terneuzen; dia's of smalfilm;
benodigde tijd; wel of geen eigen apparatuur voor vertoning,,
WINST EN VERLIES.
Onder deze titel willen we vanaf heden bijdragen van onze
opnemen, als zij constateren dat weer ergens het landschap
of de levende have wordt aangetast» Maar ook als ze ergens
een verheugende ontwikkeling constateren» Wij vrezen ech
ter dat het een sombere rubriek zal worden» Wel moeten we
één voorwaarde stellen: alvorens u in de pen klimt, om iets
te melden, dient u zich vooraf terdege te overtuigen of het
werkelijk een aantasting c.q. een verbetering betreft en zo
mogelijk de motieven waarom iets gebeurd is» Om een voorbeeld
te noemen: afgelopen winter kregen we diverse telefoontjes,
dat het bos in de Bossestraat te Vogelwaarde door de gemeen
te werd gerooid» Informatie van onze kant wees uit dat er
geen sprake was van rooien, maar van afhakken: een noodza
kelijke onderhoudsmaatregelWe hebben de mensen die ons
belden gerust kunnen stellen en de gemeente geadviseerd in
dergelijke gevallen een bord te plaatsen met de reden van de
werkzaamheden erop. Dit kan aan alle zijden veel ergernis
voorkomen.
De eerste bijdrage in deze rubriek is van Peter Maas»
Weitje bij de Val.
Bedoeld gebied is gelegen tussen Terneuzen en de Val,
Het was een bijzonder mooi weitje, begroeid met knotwilgen,
diverse grote bomen (die we niet konden determineren, daar
er nog geen bladeren aan stonden) en over de gehele lengte
stond een fraaie meidoornhaag. Vooral dit laatste zien we niet
veel meer in onze omgeving. Midden in dat weitje was een klei
ne drinkput omgeven door allerlei bomen en struiken.
De knotwilgen waren erg oud,en zelfs vorig jaar nog geknot
door 'de Steltkluuten nu werden ze doodgewoon omgetrokken,
evenals de bomen en de meidoornhaag. In deze knotwilgen
broedde sinds vele jaren een paartje steenuilen, die nu hun
heil ergens anders zullen moeten zoeken. Bovendien waren hier
door de Steltkluut al een hele tijd geleden nestkasten opge
hangen, met teostemming van de eigenaar. Van enig resultaat is
ons echter niets bekend.
Onlangs hoorde ik op de T.V. van een politicus (welke weet ik
niet meer) de volgende zin, die ik hier zou willen aanhalen:
"De mens moet eens ophouden met het meest schadelijke wezen
te zijn dat ooit heeft bestaan". Deze zin kunnen we maar vaak
genoeg herhalen. In dit geval kan men zeggen: Ach het is maar
51.
zo'n klein weitje, maar het is telkens een klein stukje na
tuur. Om die kleine gebiedjes maakt men zich niet druk, maar
tesamen zijn ze wel degelijk van grote waarde.
Als men alleen de grote en unieke natuurgebieden gaat be
schermen, dan zullen er op een bepaald moment geen kleine,
op het eerste gezicht misschien onopvallende natuurgebied
jes meer overblijven, en dus zal de natuur zich moeten terug
trekken in de daarvoor bestemde reservaten» Zoiets doet den
ken aan de Indianen in Noord-Amerika waarvoor ook reservaten
zijn opgericht, omdat ze anders geheel uitgeroeid zouden wor
den. Dat is natuurlijk een belachelijke situatie.
Men zou dus eens wat meer moeten gaan letten op de kleine,
niet direct unieke natuurgebieden en ze niet domweg vernieti
gen zoals gebeurde met dat weitje bij de Val,
Peter Maas.
REACTIES VAN ONZE LEDEN.
Wij ontvingen een bijdrage van de heren C, Hamelink en J.Cob-
ben een veldwaarneming betreffende:
Zaterdagmiddag 24 april 1976
Tijd: 16.00 uur
Plaats: Molenweg, Zaamslag.
In de omgeving van de boerderij van dhr. Deurwaarder terugko
mende van het spitten van wormen op de slikken van de Schelde
zagen wij d.w.z. C. Hamelink J. Cobben, een in onze ogen
vreemde gebeurtenis,
Op het vlakke land liep nl. een haas (jong) en mager, die
werd aangevallen door een meeuw, die steeds opnieuw naar de
kop van de haas dook. De haas liep en veranderde steeds van
richting om zo de aanvallen te ontwijken, er waren 5^6 meeu
wen, doch steeds ging dezelfde vogel tot de aanval over. Ter
wijl de andere meeuwen zich in de baan van de haas opstelden,
waarna de haas aarzelde en stopte, dan kwam de aanvallende
meeuw naar beneden en stapte naar de haas toe. Naderde het
dier tot 5 meter dan begon de haas opnieuw te lopen en be
gonnen de duikaanvallen opnieuw. Wij hebben geruime tijd naar
het voor ons ongewone geval gekeken.
Ook ontvingen we een reactie van de heer A.B. Woldering,
Riouwstraat Groningen.
a. Het archief voor de veldwaarnemingen door Peter Maas.
Waarom wordt er een archief bijgehouden van waarnemingen
op naam van de waarnemers? Heeft dit enig nut? Mijns inziens^
is het veel beter om dit te laten vervallen en een archief bi
te houden van diverse gebieden! Aan dit laatste heb je nl.
veel meer, zoals Peter zelf ook al schrijft.
52.