plaat, verdronken land van Saaftinge als de vele kreken
in het binnenland. Bovendien werd enige keren het gebied
1n de omgeving van de Clinge bezocht. Het was op deze
wijze mogelijk om een goed inzicht in de vogelbevolking,
welke zo omstreeks de helft van september voorkomt, te
kri Jgen.
Onder het vele wat gezien werd waren enkele bijzonder
leuke waarnemingen, zoals de purperreiger op het Groot
Eiland en bij Terneuzen waar men toen met de kanaalwer
ken bezig was, de vele kleine mantelmeeuwen en niet te
vergeten een reuzenstem, die op 16-9 aldaar geobser
veerd werd. Met genoegen denk ik nog altijd aan de nacht
toen i.£ samen met de heer Haak en enige Belgische vogel
vrienden meeging, om steltlopers in de ^ester-Geul te
vangen. Het is te begrijpen dat de verwachtingen bij het
tweede bezoek dan ook hoog gespannen waren. Wat d 11 Jaar
betrof waren er al direct de nodige verschillen. Be tijd
die ik nu in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen doorbracht, viel
veertien dagen later, wat in de trektijd heel wat uit
kan maken. Bovendien was mijn verblijf nu de helft kor
ter, terwijl het weer gekenmerkt werd door zware regen
buien, welke vooral in de ochtend optraden. Gelukkig
werden deze afgewisseld door langdurige zonnige peri oden.
Ik moest hier zof n beetje tussen door zeilen. Gevolg van
éen en ander was een vrij intensief bezoek aan de kust
nlo hetgebied ten oosten van Walsoorden, Savoyaardsplaat
gebied bij Kampen en Emmahaven, daarnaast een minder uit
gebreid bezoek aan de kreken, o.a° Braakman, Grote Vogel,
Groot Eiland, Vlaamse Kreek, Axelse Sassing, Canisvliet,
terwijl deze keer jammer genoeg in het geheel geen be
zoek aan het zuidelijke gebied langs de grens gebracht
kon worden. Bit weerspiegelt zich ook in de waargenomen
soorten. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan de heer
Sponselee, voor het kaartje met de excursiegegevens en de
heer Borm, die mij op zaterdag 29 sept. zo enorm veel
liet zien.
Om mèt de vergelijkingen te beginnen. In de eerste plaats
een positief geluid. Opvallend is, dat er gelukkig zo
veel nog gespaard is, en volgens de mededelingen van de
heer^Borm ook veilig gesteld is. Be bemoeienissen die de
Vogelwacht in dezen hierbij gehad heeft, kunnen niet ge
noeg geprezen worden. Overeenkomstig werk wordt in Gro
ningen Verricht, en we weten dat dit niet eenvoudig is.
40
Er zijn natuurlijk in een tijdvak van 10 jaar- ook verlie
zen. Bat van het zo boeiende gebied van de kan aal werk en
niets meer over zou zijn stond van te voren vast. Als
lichte compensatie mocht ik de Jan Dekkerhut bezoeken.
Helaas was ten tijde van mijn bezoek het weer niet al te
best. Veel wintertalingen, wilde eenden, witte kwikstaart
en waterhoen, torenvalk en kiviet en in de bosjes bij de
hut een gekraagde roodstaart, waren op 27-9 het resultaat.
Benauwend is ook het dreigende silhouet van de Bow Chemi
cal als men bij de Savoyaardsplaat staat. Het is te hopen,
dat men tot een goede afscherming tussen het industriege
bied en de zo kwetsbare Braakman en het aangrenzende bui-
tendijksgebied komt. Een verder verlies is het bijzonder
aardige terrein dat eens bij Knul ter shoek aanwezig was.
Vroeger een mooi strand met vlakbij een kreek, nu een
triest caravanterrein met een miniem klein stinkend plas
je. Wie misschien zou denken, dat ik de 4 dagen maar wei
nig genoten heb, komt wel bedrogen uit. Ik wil u nu aan de
hand van mijn aantekeningen nog enkele impressies geven.
Al op de eerste dag 26 sept. bij Perkpolder aankomend,
werd ik getroffen door de normale akkervogels, zoals kneu,
ringmus, groenling, welke in redelijk aantal aanwezig wa
ren. Opvallend waren de grote aantallen waterhoentjes,
b.v. 21 ex. bij Lamswaarde, terwijl ook de blauwe reigers
met 1 ex. te Lamswaarde en 2 ex. Grote Vo^el en 2 ex.
Groot Eiland goed vertegenwoordigd waren. Pijlstaarten op
het wad bij Kruisdijk en een slobeend op de Grote Vogel
waren verder het vermelden waard. 27 sept. bracht aller
eerst het reeds genoemde bezoek aan de Jan Dekker hut,
vandaar ging het naar de Braakman, wasr 18 kuifeenden als
één groep bijeen dobberden. Be Savoyaardsplaat leverde de
bekende wadvogels op. In het bos liet op diverse plaatsen
de matkop zich horen. In het zuidelijke gedeelte van de
Braakman zaten ver achter in de plas 7 grauwe ganzen. Ach
ter de oostelijke dijk van de Braakman werd een juv. rood-
borsttapuit aangetroffenTot mijn vreugde herbergde het
plasje achter de dijk 15 kluten. Een nieuw bezoek aan de
Savoyaard splaat leverde 3 2 overvliegende putters op.
Op 28 sept. zag ik bij het Groot Eiland een dodaars, ter
wijl aan de Grote Vogel een tapuit en enkele troepjes
pijlstaarten werden aangetroffen. In de Putting zaten o.a,
12 goudplevieren. Het buitendijkse gebied bij het gemaal
Kampen, leverde o.a. 1 steenloper, enkele oeverlopers,
41