Kerken en overheid
samen op de bres voor kerken
9
Platform Historische Kerken Zeeland van start David Koren
In september 2007 wordt samen met de
partners het project gepresenteerd aan
medewerkers van interreg tv, het
bureau dat de toewijzing van Europese
gelden regelt en beheert. Op deze wijze
willen de partners het project onder de
aandacht brengen alvorens zij een defini
tief subsidievoorstel gaan indienen.
Vanaf het begin heeft de stichting de
Lutherse kerk te Groede willen betrek
ken bij dit project. De Lutherse kerk is
een van de nog oudste bestaande lutherse
kerkgebouwen. De kerk werd in T742
gesticht door vluchtelingen uit Salzburg.
In West-Zeeuws-Vlaanderen stamt een
aanzienlijk deel van de bevolking at van
emigranten die zich daar in de loop van
de zeventiende en achttiende eeuw heb
ben gevestigd. Na een restauratie in de
jaren negentig worden er met enige
regelmaat exposities gehouden.
Voor een dorp met een huidig inwoner
tal van rond de duizend personen kent
Groede een opmerkelijke (kerk)historie.
Niet alleen het aantal kerken is omvang
rijk voor een dergelijke kleine gemeen
schap maar ook de diversiteit aan ge
loofsrichtingen is iets om bij stil te staan.
Groede kende een Nederlands-hervorm
de, een Lutherse, een katholieke en een
Waalse kerk. De Lutherse kerk is geres
taureerd en wacht op een nieuwe be
stemming. De katholieke kerk wordt op
dit moment omgebouwd tot een aantal
appartementen. Door het lopend project
kunnen de resterende gebouwen in
Groede en twee kerken in Vlaanderen
een nieuwe zinvolle toekomst tegemoet
gaan en blijven ze zo behouden voor de
gemeenschap. Het is een zeer ambitieus
plan waarvan nog lang niet zeker is dat
daarvoor dit jaar de eerste succesvolle
stappen gezet kunnen worden. Wel is
zeker dat daarmee een prachtige invul
ling gegeven zou kunnen worden aan de
doelstelling van het Jaar voor het Reli
gieus Erfgoed.
Bij het schrijven van dit artikel is uitgebreid
gebruikgemaakt van eerdere artikelen van G.j.
Lepoeter en mevrouw drs. J. Geerse (in op
dracht van de stichting).
De foto's bij dit artikel zijn van de hand van
L.M. van der Gouwe.
Met het luiden van de noodklok voor
kerken heeft prof. mr. Pieter van
Vollenhoven op 17 januari jongstleden
in Utrecht het Jaar van het Religieus
Erfgoed ingeluid. Het doel van het Jaar
is om de belangstelling voor en de ken
nis van het religieus erfgoed in Neder
land te vergroten en een duurzame toe
komst voor dit erfgoed te bevorderen.
Naast een breed scala aan publieksactivi
teiten wordt er ook achter de schermen,
op een meer beleidsmatig niveau, hard
gewerkt om het tij te keren. In Zeeland
wordt daarbij de weg bewandeld van
samenwerking om de problemen zoveel
mogelijk het hoofd te bieden. Deze
samenwerking krijgt gestalte in het
onlangs opgerichte Platform Historische
Kerken Zeeland, een provinciaal over
legorgaan tussen kerk, overheid en ande
re bij het religieus erfgoed betrokken
partijen, met als doel de handen ineen te
slaan en de kerkgebouwen voor de
samenleving te behouden.
Op woensdag 5 september 2007 was er
een bont gezelschap in de Abdij te Mid
delburg tezamen gekomen: wethouders
van nagenoeg alle Zeeuwse gemeenten,
een keur aan dominees en voorgangers
van alle in Zeeland aanwezige religieuze
denominaties en vertegenwoordigers van
overige belanghebbende organisaties,
waaronder de Stichting Oude Zeeuwse
Kerken. Allen waren gekomen om
onder leiding van gedeputeerde Harry
van Waveren te spreken over de oprich
ting van dit platform.
De directe aanleiding was het onderzoek
Historische Kerken in Zeeland dat in op
dracht van de Provincie Zeeland in 2005
door de Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland (scez) was uitgevoerd. In dit
onderzoek werd onder meer geconsta
teerd dat Zeeland op de drempel staat
van een ontwikkeling die zich elders in
het land al op grotere schaal en eerder
gemanifesteerd heeft: ontkerkelijking en
de daarmee gepaard gaande sluiting van
kerken (zie ook Bulletin nr. 56, april
2006). Daarnaast zijn er nog diverse
andere problemen geconstateerd die van
invloed zijn op de instandhouding van
deze belangrijke categorie gebouwen.
Het zijn belangrijke constateringen, want
kerken vormen van oudsher het hart van
de Zeeuwse samenleving en zijn zeer
beeldbepalend voor de Zeeuwse dorpen
en steden.
Om de problemen rondom dit erfgoed
het hoofd te bieden is van belang dat ze
tijdig worden geconstateerd en dat ze
door burgerlijke en kerkelijke gemeen
ten gezamenlijk worden aangepakt. De
problemen van kerkelijke gemeenten -
als die er eenmaal zijn komen immers
ook terecht op het bordje van de bur
gerlijke gemeente. Deze is dan aan zet
om bijvoorbeeld het bestemmingsplan te
wijzigen of vergunningen af te geven.
Ook is er sprake van een bijzondere
eigendomssituatie, waarbij de torens vaak
in handen zijn van de burgerlijke ge
meente en het kerkgebouw van de ker
kelijke gemeente. De gedeputeerde wees
met name op de kerken die geen rijks
monument zijn, waaronder vele rooms-
katholieke kerken in Zeeuws-Vlaanderen
(die in het Monumenten Selectie Project
zijn afgewezen), veel (sobere) synodaal-
gereformeerde kerken (die door de pkn-
fusie buiten gebruik worden gesteld) en
kerken uit de Wederopbouwperiode
(1940-1965, hiervan is nog niets aange
wezen). De beperkte en soms afwezige
communicatie tussen beide overheden
werkt eerder problemen in de hand dan
dat er uitzicht op oplossingen wordt ge
boden. Het openen van een structurele
dialoog van alle bij het religieus erfgoed
betrokken partijen kan dan ook een
positief effect sorteren op de duurzame
verankering ervan.
Het leeuwendeel van de aanwezige wet
houders en vertegenwoordigers van reli
gieuze organisaties kon zich vinden in
het probleemanalyse en de noodzaak
gezamenlijk op te trekken. De concrete
doelstelling van het platform is dan ook
de instandhouding van de historische
kerkgebouwen in Zeeland vanuit het
idee dat deze gebouwen niet alleen
bepalend zijn voor de fysieke en ruimte
lijke identiteit van de dorpen en steden,
maar ook voor de gemeenschappen waar