Het regenbakhuisje van Baarland André Rietveld
3
Wij schrijven de maand augustus van het
jaar 1624. In de zeer vroege ochtend, als
desondanks de zon zijn warmte al zeer
goed doet voelen, staat een drietal vrou
wen uit het dorp bij de kerk. Het is
maandag, wasdag, en hoewel zij gisteren
na de dienst nog uitgebreid met elkaar
hebben nagepraat over de preek is er
ook nu aan gespreksstof geen gebrek.
Het groepje wordt snel groter als nog
enkele dorpsgenoten komen aangelopen,
aan de schouders het juk waaraan twee
emmers.
Het heeft al maanden niet geregend, het
land ligt er dor en uitgedroogd bij, de
wellen en de waterputten bij de huizen
zijn leeg. Ook de vate staat al heel lang
droog en het is hier dat het vee zich kon
laven en de vrouwen water konden ha
len voor de was ot voor het boenen van
het huis of het stoepje. Maar nu is de
bevolking al vele weken
aangewezen op het kost
bare drinkwater in de
waterbak bij de kerk.
Na lang en ongeduldig
wachten het dreigt
weer een zeer wanne dag
te worden en de was
moet gedaan worden
komt op z'n gemak een
man aangelopen. Het is
de koster van de kerk die
de sleutel heeft "van een
slodt tot het huysken van
de Regenback". De
vrouwen weten het: de
koster moet de putem
mer, de aker, steeds die
per in de waterbak laten
zakken en hun emmers
zullen niet meer tot de
rand worden gevuld want
de bodem komt, hoewel er in het voor
jaar een enorme hoeveelheid water van
het kerkdak in de regenbak is opgevan
gen, nu toch langzamerhand in zicht.
Zo zou het in vroeger eeuwen hebben
kunnen gebeuren.
Wij slaan een paar eeuwen over om de
titel te gebruiken van een tv-programma,
keren wij terug naar de onze en belan
den in het jaar 2006.
Op iS augustus 1983 kwam de Stichting
Oude Zeeuwse Kerken in het bezit van
de Nederlands-hervormde kerk te Baar
land en kreeg de plaatselijke commissie
het dagelijks beheer over het kerkge
bouw. De kerk en het Moreau-orgel
werden gerestaureerd, het 'kleinere
werk' viel ten deel aan en hing af van
initiatieven van de commissie, en zo
geschiedde het.
Op de agenda kwam de restauratie van
het regenbakhuisje. Het tegen het kerk
gebouw aanleunende huisje was zeel-
vervallen: overwoekerd door klimop, het
houtwerk verrot, stenen in de muren los
of compleet verdwenen, de deur niet
meer te gebruiken. De kosten van de
opknapbeurt werden begroot op circa 30
duizend euro. Er werden sponsoren ge
zocht en gevonden, het bedrag is er ge
komen (de lijst met namen is aan een
zijmuur bevestigd) en nu oogt het ge
bouwtje weer keurig en zou. het zo weer
dienst kunnen doen. Een van de doel
stellingen van de stichting is hiermee
verwezenlijkt: een in dit geval klein
monument is behouden voor de komen
de generaties.
Regenbak of cisterne. Van Dale geeft als
vertaling van het Latijnse cisterna: regen
bak, regenput. In verschillende bronnen
onder andere in gegevens van de heer
J. de Ruiter in Goes staan de volgende
historische wetenswaardigheden. Goed
drinkwater was in vroeger eeuwen een
schaars goed. Daarom werden de eerste
dorpen gesticht op kreekruggen. Hier zat
over het algemeen zoet water in de on
dergrond, zodat er drinkputten of wellen
konden worden geslagen. Ook had elk
huis een regenbak waarin het afkomende
water van het dak werd opgevangen.
De regenbakken van 'publieke' gebou
wen als kerken en scholen vervulden in
perioden van droogte een belangrijke
functie in de watervoorziening.
Ook in Baarland werd, zowel uit de
regenbak van de kerk als uit de bak van
het parochiehuis (het gebouw waar het
gemeentebestuur zitting hield), tegen
betaling water verstrekt aan de bevol
king. Voor het beheer van deze regen
bak, ook wel trasbak genoemd, werd
door het parochiebestuur (gemeentebe
stuur) iemand aangesteld en betaald. En
zo kunnen wij lezen: "Betaelt Cornelis
Dingnissen van 1 jaar
den trasbak te sluyten
ende te ontsluyten tot
meye 1Ó59 ende van de
Prochy Camer schoon te
maken, 't samen
0-IS-7-"
Er was ook een over
dekte wel in eigendom
van het parochiebestuur,
met daarop aangesloten
een dorpspomp. In 1683
werd Cornelis de Bruy-
ne uitbetaald "van de
welle te metzelen" en
Joos Plancke "'t geen hij
hadde verdient van het
torentje op de welle te
werven". I11 1644 kreeg
Jan Harmans een bedrag
van 0.13.4 voor het
leveren van een "slodt
tot het huysken vande Regenback"
tegen de kerk. I11 1717 werd iemand
anders dan de koster aangesteld om de
kerkregenbak te beheren; tevens fun
geerde hij als stokslager: "Cornelis
Verwarde over een halfjaar de kerkdeu
ren te wachten en de regenback te sluy
ten en te ontsluyten."
Wie heden ten dage het regenbakhuisje
in Baarland betreedt, zet dus zijn voet
stappen in de geschiedenis.