Bouwkundige onderwerpen
Baksteen uit de veldoven M. van Doorn
Iedereen met belangstelling voor historie
- en daar horen zeker de lezers van dit
bulletin toe zal zich met enige regel
maat afvragen hoe men toch aan al die
bouwmaterialen kwam die nodig waren
om onze oudste stenen bouwwerken, de
middeleeuwse kerkgebouwen, ter plekke
te krijgen. We zien ze nog overal om
ons heen, de veertiende- en vijftiende-
eeuwse kerken en torens. Vooral de
oneerbiedig gezegd - massale steenklom
pen maken daarbij indruk.
We zullen in het kort nagaan hoe de
toepassing van steen, in Nederland voor
namelijk baksteen, ingang vond.
In de loop van de twaalfde eeuw gingen
de kloosterorden, eerst in het noorden,
zich bezighouden met de ontginning van
ons land. Voor hun kloosters en kerkge
bouwen werd steen toegepast, eerst tuf
steen, natuursteen uit de Eifel, maar van
wege de moeilijke en kostbare aanvoer-
mogelijkheden ging men al vrij snel over
tot toepassing van baksteen, gebakken
volgens een procédé uit de Romeinse
tijd. Wat later, in de loop van de der
tiende eeuw, drong de baksteen vanuit
België het zuiden van ons land binnen.
Voor wat de profane bouw, uitgezon
derd de latere grafelijke bouw, laten we
zeggen wat de volkswoningbouw van
toen betreft, werd nog eeuwen uitslui
tend in hout gebouwd, totdat stedelijke
besturen dat in de loop van de zestiende
eeuw uit overwegingen van brandveilig
heid gingen verbieden.
Wat voor de aanvoer van tufsteen gold,
ging ook min of meer op voor baksteen,
als je dat tenminste op een centrale plaats
ging bakken. Alleen is de grondstof voor
de baksteen, namelijk klei, in ons land
bijna overal relatief dichtbij aanwezig.
Vervoer, ook van klei, bleef, met de ge
brekkige vervoersmogelijkheden eigen
lijk alleen via het water, toch problema
tisch. Men ontwikkelde daarom een
tegenovergesteld principe. De goede
kleibanken werden zo dicht mogelijk bij
het te realiseren bouwwerk opgezocht
en niet de klei werd naar de oven ver
voerd maar de oven naar de klei, zoiets
VELDOVEN Cviguuk 2.)