14
vlekkeloos in de omringende kerkruim
te.
Het orgel in gebruik genomen
De plechtige inwijding en ingebruikna
me van het orgel vond plaats door de
predikant Petrus Wilhelmus Lamotte op
zondag 27 mei 1787. De herinnering
Diderik van der Bilt, schepen en raad
der stad Goes. Mitsgaders Ambachtsheer
van Cloetinge. Plegtig ingewijd den 27
Meij 1787 door den Weleerw. Heer
Petrus Wilhelmus Lamotte, predikant
alhier, met Psalm 104 vers 33 en 34."
Vóór de ingebruikname werd het instru
ment gekeurd en ingespeeld door de
Heb dank o achtbaar Heer en Vrouw
voor het bestuur in 't Kunstgebouw.
God bragt de kerk in zulken stand dat zij
het schonk uit eigen hand." Deze dicht
regels zijn wat cryptisch, maar als we
goed lezen blijkt ook hieruit dat de
ambachtsheer met de eer ging strijken en
dat de kerk het orgel betaalde. Niemand
Nisse, 1788
Evenals dat in Kloetinge een jaar eerder
het geval was, speelde bij de totstandko
ming van het orgel in de kerk van Nisse
de ambachtsheerlijke familie een grote
rol. Er ging echter een merkwaardige
geschiedenis aan vooraf.
Deel van de verantwoording in de kerkenreke-
ning van Kloetinge voor de kosten van het
orgel. Behalve de aan de orgelbouwer Hess
betaalde bedragen zien we hier de kosten van
het vervoer per schip vanuit Gouda, inclusief
de betaling aan de arbeiders voor het uitladen.
hieraan wordt levend gehouden door het
volgende opschrift op de voorzijde van
het doksaal: "Dit orgel is gesticht op
order van den welegestr. Heer Zijwert
Klaviatuur van het Hess-orgel te Kloetinge.
(Foto F.H. de Klerk, 1986. Collectie gemeentear
chief Goes)
Totaaloverzicht van de kerk en de toren te
Kloetinge vanuit het noordoosten.
(Foto M. de Goffau, 1980)
Goese organist J.F. Hcinrichs. Deze was
ook verantwoordelijk voor de opleiding
van Hubrecht Vroonland, die als eerste
organist werd benoemd.
Op het doksaal zijn ook de volgende
dichtregels aangebracht: "Dit heerlijk
speeltuig zij gewijd aan d'allerhoogste
majesteit. Ten voorzang van het hemel
werk en cieraad in dees Cloetings kerk.
zal daar enige moeite mee gehad heb
ben. De financiële middelen van de kerk
lieten een dergelijke uitgave zonder
meer toe, zonder dat er iets anders door
in het gedrang kwam. Al zal in het begin
het spel van de beginnende organist nog
niet vlekkeloos geweest zijn, de kerkgan
gers zullen met de ambachtsheer trots
geweest zijn op zo'11 prachtige aanwinst
voor hun kerk. Op andere dorpen kon
men daar alleen maar met jaloerse blik
ken naar kijken.
Eén kleine tekst op het doksaal roept
vragen op. Dat is op de zijkant aan de
noordzijde: "Maria van der Hagen geb.
Wagenaar". Deze Maria Wagenaar was
de schoonzuster van de ambachtsheer
Zijwert Diederik van der Bilt. De
ambachtsheer was op 1 augustus 1785 in
tweede huwelijk getrouwd met Adriana
Wagenaar, een zestien jaar jongere zuster
van Maria Wagenaar. Deze familierelatie
zal met de vermelding te maken hebben.
Het waarom hiervan is echter tot nu toe
niet achterhaald.2"