Nieuwe gegevens over het grafmonument
van Pieter Mogge te Dreischor
3
B.A. HEEZEN-STOLL
In het voorjaar van 1757 werd in de
Nederlandse hervormde kerk te Ooster-
land de epitaaf van Susanna Maria Cau-
Lonque geplaatst. Dit gebeurde in aanwe
zigheid van de ontwerper en maker van
het monument, de Antwerpse architect en
beeldhouwer Jan Pieter van Baurscheit
de jonge (1699-1768). De onderhandelin
gen over de epitaaf waren in 1750 door
Susanna Cau zelf gevoerd, maar de uit
voering had aanzienlijke vertraging onder
vonden.1
Nu de 'architect, ingenieur en beelthou-
wer van haere keyserlycke mayesteyt de
koninginne van Hongarijen en Bohemen'*
in Duiveland verbleef, werd de beroemde
man tevens geconsulteerd ten behoeve
van een op te richten monument ter nage
dachtenis aan mr. Pieter Mogge die in het
najaar 1756 was overleden. De execu
teurs van Mogge's testament hadden er
zorg voor gedragen dat zijn stoffelijke res
ten - zoals bepaald in zijn testament -
met luister waren bijgezet in de grafkapel
van de ambachtsheren van Dreischor. Nu
diende in die kapel in de N.H. kerk een
'tombe' te worden opgericht die recht
deed aan de staat en het vermogen van
deze belangrijke Zierikzeeënaar. Mogge
had bepaald dat het monument minstens
2.000 12.000,-) moest kosten.3
In het 'brievenboek' van Van Baurscheit
zijn vijf brieven aan Mogge's executeurs
bewaard gebleven. Zijn eerste brief
dateert van 21 juni 1757. Hij maakt mel
ding van de ontmoeting met de execu
teurs en zijn bezoek aan de grafkapel te
Dreischor waar hij de nodige opmetingen
heeft verricht. Daar hij bij dit bezoek ver
geten heeft zich op de hoogte te stellen
van het uiterlijk van Mogge, verzoekt hij
om een beschrijving en een 'afbeeldinge
in schrieft' van dien heer. De volgende
brief is drie maanden later geschreven.
Hierin bevestigt hij de ontvangst van twee
epistels uit Zierikzee en hij belooft bin
nenkort aan het ontwerp te beginnen. En
op 20 oktober van dat jaar kan Van Baur
scheit melden dat hij de ontwerptekening,
een voorstel voor de te gebruiken mate
rialen plus een uitleg van het voorgestelde
heeft verzonden (derde brief). Hij twijfelt
er niet aan of het 'werck sal soo schoon
sijn alser voor eenen prins can gemaeckt
Portret van Pieter Mogge (foto Streekarchivariaat
Schouwen-Duiveland)
Het grafmonument van Frangois van Bredehoff in de
N.H. kerk te Oosthuizen (foto Stichting Oude Hollandse
Kerken)
worden'. Of de executeurs dezelfde
mening waren toegedaan, valt te betwij
felen. Want meer dan vier jaar later had
de architect nog geen respons op zijn
ontwerp ontvangen. Op 18 januari 1762
beklaagt hij zich hierover bij de laatst
overgebleven executeur. Maar ook deze
brief bleef blijkbaar onbeantwoord. Want
op 30 juni daaropvolgend brengt hij in zijn
laatste brief opnieuw de tombe ter spra
ke. Hij meldt dan:seker voornaem
heer uijt den Haege... heeft geseyt [dat]
de voornoemde tombe van overlang in
den Haege onder hant is.' Teleurgesteld
dient de architect een nota van ƒ110
Zeeuws in; of die ooit betaald is kon ik
niet achterhalen.
Het uitzonderlijk hoge bedrag dat Pieter
Mogge wenste te besteden aan zijn
tombe, garandeerde een praalgraf in
overeenstemming met zijn status. Ook
Van Baurscheit had dat begrepen, want
hij maakte een ontwerp een 'prins' waar
dig. Dat Mogge's executeurs zich tot de
Antwerpse architect wendden had zijn
reden. Van Baurscheit had - in de voet
sporen van zijn vader - in Holland en
Zeeland naam gemaakt als architect en
beeldhouwer. Daarbij ging het niet uitslui
tend om ontwerpen voor stads- en buiten
huizen. Hij hield zich eveneens bezig met
kleiner werk zoals tuinvazen, schouwen,
beelden en hekken. Ook op het gebied
van grafmonumenten hadden vader en
zoon een reputatie opgebouwd. Zij maak
ten de epitafen van David de Huybert en
Barbara Theodora van Willigen te Burgh,
de tombe voor Francois van Bredehoff in
Oosthuizen en de reeds genoemde
gedenkplaat te Oosterland voor Susanna
Maria Cau-Lonque. Het is vooral de
tombe te Oosthuizen die qua monumenta
liteit vergelijkbaar is met die te Dreischor.
Ondanks de contacten met Van Baur
scheit werd de opdracht hem echter niet
gegund. We kunnen slechts gissen naar
de oorzaken. Gezien het grote kapitaal
dat Mogge naliet, zullen het nauwelijks de
kosten geweest zijn die een doorslagge
vende rol speelden. Wellicht had Mogge,
die in Den Haag woonde, al tijdens zijn
leven contacten met de Haagse beeld
houwer die uiteindelijk de opdracht in de
wacht sleepte." Aan Van Baurscheit werd
misschien slechts een offerte gevraagd
om een keuzemogelijkheid te hebben.
Een gebruikelijke gang van zaken bij
grote opdrachten in de achttiende eeuw.
Pieter Mogge (1698-1756)
Mr. Pieter Mogge werd in Zierikzee gebo
ren en overleed in Den Haag op 6
november 1756. Hij bekleedde vele amb
ten. In zijn geboortestad was hij raadslid,
r.^.vv