De bouw van twee kerken te Sluis
de constructie. De definitieve constructie
is uiteindelijk tot stand gekomen in nauwe
samenwerking tussen de architect, de
adviseur en de Rijksgebouwendienst,
afdeling Constructie en later ook van N.V.
Schokbeton. De beeldhouwer van de in
het definitieve ontwerp toegevoegde
engelenfiguur was W. Rijers te Bergen.
Aan de aannemer die reeds in 1945 voor
lopige voorzieningen aan de torenromp
had getroffen, de fa. I. Woudenberg Zn.
te Rhenen/Middelburg, werd uiteindelijk
de bouw van de bekroning gegund. Deze
bestaat uit acht binnenkolommen die een
betonplaat, het torendakje, dragen met
de hierop staande engelenfiguren. Met
de ruggen tegen elkaar, steunen dezen
een bronzen kruis. Een achttal vrijstaande
buitenkolommen (pylonen), aan de
bovenzijde voorzien van een vlamvormige
versiering, omgeven de klokketoren.
Omdat voor een duurzame constructie,
beton van een goede kwaliteit vereist is,
zijn de binnenkolommen, de engelen en
de pylonen samengesteld uit gepréfabri-
ceerde beton-elementen (fabrikant N.V.
Schokbeton), die door voorspanning met
freyssinetkabels tot een monoliet zijn
gevormd. De montage van de torenbe
kroning is met een betrekkelijk klein
ploegje werklieden tot stand kunnen
komen (totaal zeven man). Gemiddeld
werden vier elementen per dag op hun
plaats gebracht. De bouwduur is daar
door betrekkelijk kort geweest (van juli '57
tot januari '58), waarbij totaal 157 elemen
ten werden gesteld met een gewicht van
totaal 200 ton (het zwaarste element
woog 2900 kg).
In 1957 werd aan de klokkengieterij, Petit
en Fritsen te Aarle-Rixtel, opdracht gege
ven tot het gieten van een drie octaafs
carillon of klokkenspel van 36 klokken. Na
in 1958 enige maanden dienst te hebben
gedaan in de klokketoren van het Vati
caans paviljoen op de wereldtentoonstel
ling te Brussel, werd het klokkenspel in
juni 1958 in Hulst afgeleverd en gebruiks-
gereed geplaatst. Compleet met stokken-
klavier, tuimelaarssysteem en andere
voorzieningen, was hiermee een bedrag
gemoeid van f 54.388,75.
Noten
1Bewerking van de tekst van een op 20 en 27 juni
1987 in de basiliek van de H Willibrordus te Hulst
gehouden tentoonstelling, ter gelegenheid van Ker
kepad 1987
2) Zoals begin 1992 werd vernomen, ligt het in de
bedoeling om het derde, gave schild, alsmede hel
geschonden exemplaar (ligt op het talud van de
wal, nabij de Gentse Poort) te verwerken in de hal
van het nieuwe stadskantoor.
Literatuur
Adriaanse, J (1930/32) Het Hulslerse kerkgebouw, zijn
bediening en zijn bedienaars, in de loop der eeuwen.
In: Jaarboek Oudheidkundige Kring "De Vier Ambach
ten" te Hulst 1930. pp 61-83; 1932, pp. 65-94.
Brand. K J J. (1987): De torens van de basiliek van de
H Willibrordus te Hulst Tekst van een op 20 en 27 juni
1987 in de basiliek van de H. Willibrordus te Hulst
gehouden tentoonstelling, ter gelegenheid van Kerke-
pad 1987.
Brand. P.J. (1972). De Geschiedenis van Hulst Hulst
Brand, P J. (1976/1977) Klokken en Beiaarden in Hulst
door de eeuwen heen In Jaarboek 1976/1977 Oud
heidkundige Kring "De Vier Ambachten" te Hulst,
pp 27-98
Caland, Fredk (1882) De oudste rekeningen der kerk.
van Hulst, 1 Oktober 1409-30 september 1410. In.
Archief Ve deel, 3e stuk, Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen Middelburg.
Hervormde en Katholieke nood in het
Nederland van Koning Willem I
T H VON DER DUNK
Inleiding
In het begin van de negentiende eeuw
verkeerden veel kerkgebouwen in Neder
land in een slechte bouwkundige staat.
De katholieken hadden, vanwege het ver
bod in het openbaar de eredienst uit te
oefenen, lang genoegen moeten nemen
met huis- en schuurkerken, die inmiddels
veel te gammel en te klein geworden
waren. Nu met de Bataafse Omwenteling
van 1795 de vrijheid van godsdienst een
feit geworden was, was hen er veel aan
gelegen in deze situatie verandering te
brengen. Aan hervormde zijde was de
nood echter nauwelijks geringer; veel ker
ken waren er door achterstallig onder
houd eveneens slecht aan toe.
Omdat de betrokkenen zelf te arm waren
om in hun behoeften in deze te voorzien,
sprong het rijk financieel in de bres, en
stelde subsidie ter beschikking voor de
bouw en reparatie van kerken. Aangezien
het aantal aanvragen daartoe in de eerste
Koopmans. A (1971): De schijnwerper op de basiliek
van de H Willibrordus te Hulsl. Hulst.
Lansberghe, Jacob van (1692). Beschryvinge van de
Stadl Hulst. Rotterdam.
Lepoeter, G.J. (1984): De basiliek van de H. Willibror
dus te Hulst. In: Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Ker
ken. nr. 12, april 1984 pp 9-19
Mul. A. de (1930): De bouwovereenkomst voor den Hul-
sterschen kerktoren van 1402 In- Jaarboek 1930 Oud
heidkundige Kring "De Vier Ambachten" te Hulst, pp
83-89
Schrier, W van der (1958)' De bekroning van de Vie
ringstoren van de St. Willibrorduskerk te Hulst (Zld,), In:
Cement 1958, nr. 19-20
Swigchem, C A. (1975). De zesde toren van de St Willi
brorduskerk te Hulst. In. Zeeuws Tijdschrift no 4. 1975
Vieringstoren der St. Willibrorduskerk le Hulsl Juryrap
port betreffende de openbare prijsvraag voor een
bekroning van deze toren. In: Bouw 1953, no. 21
jaren na het herstel van de onafhankelijk
heid drastisch steeg was het echter al
snel nodig deze aanvragen op hun
urgentie te selecteren. Er moest een alge
meen plan van onderstand komen, en de
provinciebesturen kregen van de rege
ring de taak prioriteitenlijsten op te stel
len.
In Zeeland stuurde de gouverneur,
H.J. van Doorn baron van Westkapelle
(1786-1853), in het vroege voorjaar van
1820 een kleine commissie op pad, die
na een rondreis van meer dan een
maand rapport kon uitbrengen voor beide
gezindten. Onderzoek ter plekke heeft de
aanvankelijk hoog opgeschroefde verlan
gens tot het redelijke teruggebracht. Veel
kerken behoefden herstel, enkele vergro
ting. Volstrekte nieuwbouw werd,
ondanks een enkele voorafgaande plaat
selijke poging daartoe, nergens noodza
kelijk geacht. In deze zin beslisten dan
ook de betrokken departementen van
Katholieke en Hervormde Eeredienst.
Toch zouden vier Zeeuwse kerkelijke
gemeenten er uiteindelijk in slagen om
hun aanmerkelijk ambitieuzere plannen te
realiseren. Twee ervan, éen hervormd,
één katholiek, zouden zelfs al binnen drie
jaar de spade voor een splinternieuw
bedehuis in de grond kunnen steken 1).
Er bestond enige onderlinge samenhang.
Beide nieuwe kerken verrezen in Sluis.