Speure
M
Goeree-Overflakkee
vnI
f.
W
c
V
y trU
i
In het boek Bloeiende duinen ben ik samen met vele co-auteurs op zoek gegaan naar het ei
gene, het karakter van Nederlandse duingebieden. Het karakter is altijd te schetsen door de
geschiedenis onder de loep te nemen en naar de flora te kijken. Zo zijn de duinen van Goeree
een combinatie van verschillende uitersten: een oude kern (tot ca. 1000 jaar oud) die loopt
van Westduinen, over Ouddorp (met zandwallengebied) naar Oostduinen. En er is veel jong
en vernieuwend landschap aan zee in het westen en het noordoosten: de spectaculaire aan
groei van de Kwade Hoek, open naar de zee. De flora van Goeree is mede daarom zeer geva
rieerd. Van oudere, soms ontkalkte landschappen met brem via kalkrijkere die langdurig zijn
beweid (met bijv. veel bevertjes en klaver soorten) naar duinvalleien die nu zoet zijn maar
eens een zilt strand waren en unieke brakke begroeiingen met selderij en heemst. Goeree
heeft een heel eigen karakter, dat is zeker, en wijkt af van bijv. Voorne of Schouwen.
Als nieuwe bewoner van Goeree ben ik aangenaam ver
rast door deze rijke flora, maar ik ga altijd extra recht
op zitten als een soort opduikt die er maar net (enkele
jaren) is. Mijn kennismaking met harige ratelaars was
er een met gemengde gevoelens. Gerard Lokker wees
me er op, ze stonden in de berm van de dijk bij ons
huis. Ik had ze in geen 35 jaar gezien, want kende ze
alleen uit Zuid-Limburg, van de warme kalkgraslanden
daar. Leuke soort, maar wat doen die harigen hier aan
de kust? Sinds wanneer zijn ze op Goeree? Hoe zijn
ze hier verspreid? En vooral: hoe kwamen ze hier? Ik
zocht in boeken, op internet en vroeg vooral om me
heen. Maar eerst het spoor terug: waar komt de soort
vandaan en waar is deze het eerst opgedoken (dat heeft
alles met elkaar te maken)? Ratelaars staan in bermen,
de duinen en in laat gemaaide hooilanden.
De naam 'ratelaar' is goed getroffen en komt van de
rammelende, roodbruin gekleurde zaaddozen in de
nazomer. Ze zaaien zich makkelijk uit. Het zijn halfpa-
rasieten (met bladgroen) die ondergronds grassen af
tappen en zo de grasgroei onderdrukken. Heel geschikt
voor natuurlijke graslanden waar hierdoor juist meer
variatie aan bloemen kan komen. In gewoon boerenland
tref je ze niet want ze kunnen niet tegen veel mest.
Vroeg (voor half juli) maaien is ook funest.
Op Goeree staan drie soorten ratelaars. Het meest
voorkomend is de grote ratelaar, terwijl de zeldzame
kleine ook in de duinen te vinden is. Bijzonder is het
recente verschijnen van de harige ratelaar. Hoe herken
je die? Alle ratelaars hebben een gele bloem met een
paars of wit vlekje er op. Eronder zit een enigszins
opgezwollen kelk.
30
V