Tekst: Dick Wilbrink namens de vogelwerkgroep Foto's: Alex Koenders Blijkbaar is er nog een factor van belang en dat is een rustige omgeving: dat kan Goeree (al sinds lange tijd) niet meer bieden. Dus, als de 80 tot 100 broedparen van rond 2000 als een verbijsterend laag aantal werd om schreven, hoe zouden we dan de huidige situatie moeten benoemen? Conclusie Nu de stand van de patrijs zo laag is geworden, moeten we vrezen dat deze fantastische vogel van het platte land binnenkort van Goeree-Overflakkee verdwenen zal zijn. Of zoals iemand op een vergadering van de vogel werkgroep het verwoordde bij de aankondiging dat we in 2013 patrijzen zouden gaan tellen: welke patrijzen? Bloemrijke akkerranden, struikgewas langs de dijken, de randen van de nieuw aangelegde bossen voorzien van lage begroeiing zouden voor de stand van de patrijs nog gunstig kunnen uitpakken. Als het al niet te laat is! Literatuur R.M. Teixeira, Atlas van de Nederlandse Broedvogels, Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Ne derland i.s.m. SOVON, 1979. S.J. Breedveld e.a., Tussen Haringvliet en Grevelingen, Vereniging voor Natuur- en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee, 2004. Maar het wegvallen van de juiste biotoop, het wegvagen van overhoekjes door de ruilverkaveling, de intensieve bewerking van het bouwland, de uitbreidende bebou wing en het daarbij behorende wegennet en het (soms noodzakelijke) wegkappen van meidoorns op de dijken haalden de dekking weg, die de patrijs het hele jaar rond nodig heeft. Daarom moest in Tussen Haringvliet en Grevelingen gemeld worden dat er rond 2000 nog slechts 80 tot 100 broedparen konden worden vastgesteld. In deze avifau na van Goeree-Overflakkee werd dit een verbijsterend laag aantal genoemd voor een, in principe, uitermate geschikt gebied. Jaar van de Patrijs In 2013, het Jaar van de Patrijs, hebben we gegevens verzameld over het voorkomen van de patrijs. Voor de zekerheid zijn we daarmee doorgegaan in 2014. Maar helaas was er niet veel meer te verzamelen. In beide jaren konden we nauwelijks plaatsen opsporen waar patrijzen met grote waarschijnlijkheid gebroed hadden. Het huidige aantal broedparen moet dan ook geschat worden tussen 10 en 15. Waarbij we helaas moeten opmerken dat de patrijs op Goeree al enkele jaren is uit gestorven. Terwijl daar, in het kleinschalige landschap, de biotoop uitermate geschikt zou moeten zijn. f

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 29