Door Rinus van 't Hof Foto's: Leo Linnartz In dc herfst- en winterperiode wordt aan de hand van prooiresten, die worden verzameld op rust plaatsen, hun voedselkeuze vastgesteld. Opvallend vertegenwoordigd zijn steltlopers, bos- en weidevo gels, waaronder soms ook schaarse vogelsoorten. In de winter van 2013 verbleven al twee slecht valken op de Sint Lievensmonstertoren (de Dikke Toren) in Zierikzee, waarvan een vrouwtje was ge ringd met een oranje kleurring. Er was geen sprake van een broedgeval en in zomerperiode zijn ze niet meer waargenomen. Wel broedde een koppel torenvalken op de toren dat twee jongen wist groot te brengen. Broedgeval In de lente van 2014 werden steeds drie slecht valken waargenomen. Hun schelle roep klonk in de ochtenduren vanaf de toren, waar ze constant langs vlogen en vaak prooioverdracht te zien was. We stelden ook partnerruil vast en constateerden ook dat de prooien nogal gevarieerd waren en het vrouwtje genoeg te eten had. Ze liet nogal wat prooien naar beneden vallen. Het jachtterrein in de broedtijd is maximaal drie vierkante kilometer. Regelmatig werden dus natuurgebieden langs de Oosterschelde bezocht terwijl in de stad ook vaak duiven werden gesla gen. Ze broedden aan de noordelijke gevel van de toren op het oostelijke "balkon" dat een richel is zonder balustrade. Tijdens een controle zag ik dat de slechtvalken twee jongen hadden. Prooien Tijdens de onderzoeken werd geconstateerd dat de slechtvalken drie rustplaatsen hebben in Zierikzee, waar ze dan ook regelmatig worden waargenomen. Nadat de jonge vogels waren uitgevlogen, hadden ze een rustplaats in een boom op het Hatfieldpark in Zierikzee. De prooiresten die daar werden gevonden, waren meestal afkomstig van jonge spreeuwen, merels en zanglijsters. De prooiresten van de slechtval ken werden door vier personen genoteerd. Na het determineren van de soorten hadden we een mooi overzicht van hun voedsel: op hun menu bleken 20 verschillende soorten te staan. Op 2 september 2014 vond Sven Prins in Zierikzee een dode adulte slechtvalk, die tegen een ruit van een woning was gevlogen. Het bleek een mannetje te zijn, dat in België was geringd. Tijdens de broedfase tot aan de herfst werden in totaal 369 prooien gedetermineerd. Ik dank Gijs van den Ende, Douwe van den Ende en Sven Prins voor het beschikbaar stellen van gege vens en hun hulp. Noot van de redactie: Voor het eerst is dit jaar op Schouwen-Duiveland het broeden van slechtvalken met zekerheid vastgesteld. Vijf tien jaar geleden maakte Gijs van den Ende de lezers in Sterna jaargang 44 nr. 1 attent op het overwinteren van een slechtvalk op de Dikke Toren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 21