Grote Sterns. Dwergstern in nestkuil. Op vergelijkbare wijze zal het overgrote deel van het areaal van de groenknolorchis verloren gaan en zal de oppervlakte met zeldzame schrale vegetaties sterk afnemen en aan kwaliteit inboeten. Het zelfde geldt ten aanzien van de noordse woelmuis die het van vochtige niet begraasde ruigte moet hebben, in korte door het ge tij beïnvloede vegetaties kan de soort niet leven. Kortom ook het leefgebied van de noordse woelmuis zal een stuk kleiner worden. Zelfs de visetende vogels zullen waarschijnlijk afnemen omdat de opgroeimogelijkheden voor kleine visjes als grondels in getijdengebied minder gunstig zijn. Getij en nieuwe waarden In elk geval brengt een gedempt getij een zekere mate van levendigheid met zich mee, die vooral aan oevers waar een groter oppervlak tijdelijk droog valt een extra beleving geeft. Steltlopers en meeuwen kunnen profiteren, al zal het hierbij om kleine aantallen gaan omdat het droogval lend slik voedselarm zal zijn. Het intergetijdengebied zal grotendeels uit een zandige bodem bestaan, die nauwelijks wordt verrijkt met voedingsstoffen uit het dunne laagje Noordzeewater dat hier tijdens hoog water overheen stroomt. Met een lagere middenstand dan N.A.P. en het voor de werking van een getijdencentrale vereiste verval, valt het slik bovendien maar kort droog. Wat kwaliteit voor vogels betreft onvergelijkbaar met de slikken van de Kwade Hoek, Ooster- of Westerschelde. Verwacht mag worden dat zuurstoftekorten buiten de diepste putten niet meer, of in elk geval maar zelden, zullen voorkomen. Dit zal het onderwaterleven ten goede komen. Overi gens gaat het daarbij niet om in internationaal opzicht bedreigde levensgemeenschappen zoals dat boven water wel het geval is. Bovendien is het te verwachten dat de ondiepe en droogvallende delen aan sterke erosie onderhevig zul len zijn en al spoedig zullen verdiepen, waardoor er op termijn maar weinig intergetijdengebied overblijft. Bij de wat minder vlakke oevers zal de huidige oever bescherming ontoereikend zijn (water komt hoger) en verdere verstening noodzakelijk blijken. Praktijk Eco2 Economie Economie Hoe gaat dat met die grootse plannen? Een fortuin is inmiddels opgegaan aan vergaderingen waarvoor tal van beleidspersonen werden uitgenodigd en deelne mers in de watten gelegd. In de praktijk gaat het vooral om de economie. Onder de noemer 'ecologisch' worden activiteiten ontwikkeld die daar niets mee te maken hebben, zoals het Ecohotel op de Punt van Goeree. Op de locatie van het wegbezuinigde bezoekerscentrum moest en zou een ecohotel komen. Aangezien er geen marktpartijen waren die in het opgestelde concept wilden stappen is het een bungalowpark met koop woningen geworden, waar met grasdaken en FSC-hout een 'ecologisch sausje' overheen gegoten wordt. Het aangrenzend bos werd gedeeltelijk gesloopt en als ach tertuin voor het bungalowpark verrijkt met een dijk, lanen, een kaarsrechte vijver en omgedoopt tot 'bele- vingsbos'. In plaats van het bezoekerscentrum wordt er nu met Europese subsidie een 'inspiratiecentrum' op de Brouwersdam gebouwd. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 6