Mededelingen Goeree-Overflakkee Nieuws over de Zoogdierwerkgroep Bezwaarschrift tegen gebruik steenarend gehonoreerd Op 4 februari hebben we tijdens een bijeenkomst de ambities en het jaarprogramma voor deze nieuwe werkgroep van NLGO vastgelegd. Ten behoeve van het muizenonderzoek zal i.s.rn. met de vogelwerkgroep uitgebreid braakballen- onderzoek plaatsvinden naast inventarisaties d.m.v. vallen (life-traps), terwijl het vleermuizenonderzoek met batde tectors zal worden uitgevoerd. Er zijn enkele excursies gepland om de bewoners van ons eiland bij ons onderzoek te betrekken en i.s.m. met de werkgroep Zuid-Holland zullen we aandacht besteden aan klachten van huiseigenaren op het gebied van slaapplaatsen van vleermuizen. Voor de agenda en contactgegevens verwijzen we hier naar de website van NLGO. Coördinator van de werkgroep is Hendrik Baas, 0187-630792 of info@nlgo.nl en ook bij Gert Maatkamp, g.maatkampl@chello.nl kunnen onze leden terecht met vragen ten aanzien van braakbalonderzoek enzovoorts. Een dwergmuis gevangen met een life-trap. Foto: Leo Linnartz In juni 2013 verleende de Omgevingsdienst Haaglanden (ODHL) voor een periode van twee jaar een ontheffing ex. artikel 67 en 68 van de Flora- en faunawet voor het opzettelijk doden dan wel verontrusten van een aantal met name genoemde ganzensoorten met gebruikmaking van een steenarend door een valkenier. Dit besluit gold voor IJssel- monde, Voorne Putten, de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. Genoegzaam is bekend hoezeer de huidige wet ruimte laat voor o.a. ergerniswekkend gesol met roofvogels. De Vogelwerkgroepen Ridderkerk/Barendrecht, Goeree-Overflakkee en die van het Hoekschewaards Landschap als mede de Vogelwerkgroep KNNV Voorne Putten stemden met elkaar af en Gerard Ouweneel kreeg de taak toebedacht een concept in elkaar te timmeren. Een en ander leidde tot een tien punten omvattend bezwaarschrift. Tijdens de zitting op 3 oktober in het Provinciehuis in Den Haag spitste de discussie zich o.a. toe op het feit of de steenarend wettelijk al dan niet als jachtvogel kan worden beschouwd. De ODHL vond van wel, maar Gerard Ouweneel niet. Hij beriep zich op art. 50 van de Flora- en faunawet, waarin alleen havik en slechtvalk als zodanig worden genoemd. Met nog een aantal andere in de bezwaarschriften en tijdens de mondelinge behandelingen naar voren gebrachte argu menten was de conclusie van de bezwarencommissie dat de Provincie niet bevoegd was ontheffing te verlenen om met behulp van een steenarend door ganzen veroorzaakte schade te bestrijden. De procedure laat zien dat, nu steeds meer natuurbeschermingszaken worden gedelegeerd naar provinciale autoritei ten, de noodzaak toeneemt dat de in de provincies gevestigde natuurbeschermingsinstanties samenwerken. Belang stellenden voor het gehele dossier van overwegingen en besluitvorming kunnen contact opnemen met Gerard Ouwe neel, die wij erkentelijk zijn voor zijn inzet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 27