Overwinterende smellekens in onze polders Smellekens Schouwen-Duiveland Met medewerking van René van Loo, Sven Prins, Jan Wolfs en Gert Schouten verricht Rinus van 't Hof al jaren onderzoek naar het voorkomen van smellekens op Schouwen-Duiveland. Al vóór de herfst worden hier tijdens inventarisaties die kleine valken gezien. In de wintermaanden ver blijven ze in voedselrijke bioto pen in de polders tot ze begin mei weer vertrekken naar hun broed gebieden in noordelijke landen. Foto: René van Loo Trek Tijdens de trekperiode worden smellekens in veel Eu ropese landen geobserveerd. De gebieden die ze kiezen zijn voedselrijke biotopen, zoals akkers, weilanden, heidevelden, inlagen, slikken en schorren langs de kustlijn. Slechts een klein deel van de totale populatie overwintert in Nederland. Soortgenoten trekken door tot de Middellandse Zee. Smellekens die geringd waren in het noorden van Zweden werden teruggemeld vanuit Zuid-Italië en Sicilië. Tijdens een koude winter met veel sneeuw halveert het aantal smellekens op Schouwen- Duiveland. Prooien en braakballen Onder de vele soorten vogels op het menu van het smelleken noem ik diverse piepers, leeuweriken, vin ken, lijsters, tapuiten, strandlopers, tureluurs, mussen enzovoorts. Korte beschrijving Het smelleken (Falco columbariusis de kleinste roofvo gel van Europa. De naam smelleken is afgeleid van het Middelhoogduits smirlin en dat betekent dwergvalk. Zo als gebruikelijk bij roofvogels zijn de mannetjes kleiner dan de vrouwtjes. Vliegende vogels kunnen soms verward worden met slechtvalken hoewel die laatste soort veel groter is. Ze slaan hun prooi tijdens een snelle vlucht, nauwelijks een meter boven het grondoppervlak. Als de prooi opvliegt, wordt deze achtervolgd en na uitputting geslagen. Bij het zoeken naar een prooi vliegen ze vaak de laatste meters als een grote lijster. Dat is hun camouflage-tactiek en daarmee verrassen ze verschillende soorten vogels en zoogdieren. Om hun voedsel te lokaliseren gebruiken ze uitkijkpos ten, zoals een paal of een boomtak. Soms cirkelen ze in het luchtruim om hun biotoop te observeren. 10 I I

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 10