Jacobs Schelpen Schouwen-Duiveland Bijna dertig jaar geleden overleed één van de oprichters van onze vereniging, Jacob Vierge ver (28 juli 1917 - 24 maart 1983). Frans Jansen, de toenmalige voorzitter van de Natuur- en Vogelwacht, schreef in In Memoriam Jacob Viergever (Sterna 1983 nr 1): "Jacob Viergever, markant en uniek, met niemand te vergelijken. Uit zijn vijftigjarige ervaring in de Schouwse natuur wist hij zich door zijn enorm, computerachtig geheugen, nog geweldig veel te herinne ren. Hij wist nog precies welke planten, waar en wanneer groeiden en onder welke omstandig heden." Jacob, die al vroeg wees werd, groeide op bij zijn groot moeder en oom die hem niet konden begrijpen. Later ging Jacob naar de Kweekschool in Zierikzee om te wor den opgeleid tot onderwijzer. In die periode raakte hij bevriend met Johannes Vijverberg. Doordat Jacob gehan dicapt was door zijn gestalte en zijn geslotenheid, was een loopbaan in het onderwijs niet voor hem weggelegd. Gelukkig vond hij een passende werkkring bij Koole's Bank, die later opging in de ABN in Zierikzee. Jacob was bezeten van de natuur en had een enorme kennis van vo gels en planten en een grote belangstelling voor mariene biologie. Bij de oprichting van de plaatstelijke afdeling van de N.J.N. Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstu die) in 1934, werd hij meteen lid. In die tijd werd er bijna iedere week wel een excursie gehouden. Op de fiets en te voet werd de eilandelijke natuur door enthousiaste jongeren bezocht, onderzocht en bestudeerd. Jacob ging vrijwel altijd mee en buiten de excursies om zal hij ook vaak langs de zeedijk en op het strand te vinden zijn geweest. Bewijzen van zijn excursies en de daarbij gedane vondsten zijn o.a. te vinden in het tijd schrift van de strandwerkgemeenschap van de K.N.N.V. "Het Zeepaard" In dit blad, dat vorig jaar zijn tachtigste jaargang be leefde, worden o.a. bijzondere strandvondsten vermeld. Vooral in de jaargangen van vóór 1953 komen we zijn vondsten en opmerkingen daarover veelvuldig tegen. Vanzelfsprekend verzamelde en bewaarde Jacob veel van zijn vondsten zelf, maar soms stuurde hij deze ook naar het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden (thans Naturalis), vooral als het om zeldzaamheden ging. Op 1 februari 1953 werd ook Serooskerke (S.), Jacobs woonplaats, zwaar getroffen door de watersnoodramp. Alles wat hij verzameld en gefotografeerd had en ook zijn uitgebreide bibliotheek, spoelde weg of werd door het water vernield. Jacob kon opnieuw beginnen... Door Gijs van den Ende 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2012 | | pagina 24